Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 december 2021 in de zaak tussen
[eisers] e.a., te [woonplaats] , eisers,
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Soesthaege I B.V., te Den Haag, vergunninghoudster
(gemachtigde: mr. J. Geelhoed).
Procesverloop
Overwegingen
De oude parkeerbehoefte bedraagt 13,19 parkeerplaatsen.De nieuwe parkeerbehoefte bedraagt 13,70 parkeerplaatsen op basis van het bestemmingsplan Parapluherziening (fiets)parkeren. Na saldering bedraagt de parkeerbehoefte gesaldeerd 13 -13,19* 0,05=12,34 parkeerplaatsen en is er sprake van een toename op het maatgevende tijdstip.De aanvraag voorziet in 5 parkeerplaatsen op eigen terrein. (…) Er moeten gezien de parkeerbehoefte binnen een loopafstand 8 parkeerplaatsen gehuurd worden voor de duur van 10 jaar zonder de mogelijkheid van tussentijdse opzegging.Vergunninghouder dient hiertoe de contracten te overleggen.”
Beslissing
- stelt verweerder in de gelegenheid om binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak de gebreken te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in deze tussenuitspraak;
- draagt verweerder op om binnen twee weken aan de rechtbank mede te delen of hij gebruik maakt van de gelegenheid om de gebreken te herstellen;
- houdt iedere verdere beslissing aan.