ECLI:NL:RBDHA:2021:15181

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 februari 2021
Publicatiedatum
12 januari 2022
Zaaknummer
NL21.1156
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie niet-ontvankelijk verklaard op basis van Protocol nr. 24

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 februari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een onderdaan van Tsjechië, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 18 januari 2021 niet-ontvankelijk verklaard, met als reden dat Protocol nr. 24 inzake Asiel voor Onderdanen van Lidstaten van de Europese Unie van toepassing was. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting op 10 februari 2021.

De rechtbank overweegt dat eiseres niet heeft betwist dat de uitsluitingsgronden van Protocol 24 niet van toepassing zijn op haar situatie. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag niet-ontvankelijk is, omdat de Europese lidstaten elkaar beschouwen als veilige landen van oorsprong. Eiseres heeft onvoldoende aangetoond dat er sprake is van schendingen van mensenrechten in Tsjechië die haar asielaanvraag zouden rechtvaardigen. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres niet overtuigend geacht en heeft het beroep ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden ingezien op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.1156
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. B.A. Palm), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. N. Hanzaoui).

Procesverloop

Bij besluit van 18 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 februari 2021. Eiseres en haar gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres is geboren op [1965] en heeft de Tsjechische nationaliteit. Vaststaat dat zij onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie en dat Protocol nr. 24 inzake Asiel voor Onderdanen van Lidstaten van de Europese Unie van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (Protocol 24) op haar asielaanvraag van toepassing is.
2. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om haar asielaanvraag ontvankelijk te verklaren en te beoordelen op inwilligbaarheid. Eiseres heeft geloofwaardige verklaringen afgelegd en verwezen naar informatie uit een objectieve en betrouwbare bron. Daaruit blijkt dat sprake is van corruptie in Tsjechië, waardoor het voor eiseres niet mogelijk is om effectieve bescherming te verkrijgen. Doordat verweerder de verklaringen van eiseres niet heeft getoetst op geloofwaardigheid, heeft verweerder haar de mogelijkheid ontnomen om haar asielaanvraag te onderbouwen door middel van haar verklaringen. Ter nadere onderbouwing van het standpunt dat sprake is van corruptie in Tsjechië, waardoor eiseres geen effectieve
bescherming kan inroepen, verwijst eiseres naar het rapport 'Czechia Report: Susainable Governance Indicators 2020', van Bertelsmann Stiftung en het rapport 'Annual report on human rights in 2019 (Czech Republic)' van het US Department of State.
3. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de asielaanvraag terecht niet- ontvankelijk heeft verklaard. Op grond van het enige artikel van Protocol 24 beschouwen de Europese lidstaten elkaar als veilige landen van oorsprong in verband met asielzaken. Een asielaanvraag voor bepaalde tijd wordt uitsluitend ontvankelijk verklaard indien sprake is van één van de in Protocol 24 genoemde uitsluitingsgronden.
4. De rechtbank leidt uit de beroepsgronden af dat eiseres niet bestrijdt dat de onder a tot en met c genoemde uitzonderingen van het Protocol 24 in haar geval niet van toepassing zijn. Verweerder heeft daarnaast in het asielrelaas geen aanleiding gezien om op grond van het Protocol 24 onder d eenzijdig te besluiten de asielaanvraag van eiseres ontvankelijk te verklaren. Immers verweerder heeft geen van de uitsluitingsgronden op de situatie van eiseres van toepassing geacht. Omdat eiseres met haar verklaringen niet aannemelijk heeft gemaakt dat in Tsjechië sprake is van schendingen van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en/of de algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht, volgt de rechtbank verweerder in dit standpunt. De rechtbank volstaat hierbij te verwijzen naar de overwegingen in het bestreden besluit die zijn opgenomen in de laatste alinea van pagina twee en de eerst alinea van pagina drie die mede betrekking hebben op de strafbaarstelling van corruptie in Tsjechië. Eiseres heeft in beroep onvoldoende gemotiveerd waarom deze overwegingen niet juist zijn. Verweerder heeft terecht het asielrelaas niet verder inhoudelijk beoordeeld op geloofwaardigheid.
5. De aanvraag is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Zwijnenberg, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op
18 februari 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Mr. B. Fijnheer A.M. Zwijnenberg
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [Documentcode]
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.