In deze zaak heeft eiseres, geboren in 1992 en woonachtig in Syrië, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met het doel om als familie- of gezinslid bij haar vader in Nederland te wonen. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat eiseres volgens verweerder geen jongvolwassene meer zou zijn en er geen sprake zou zijn van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheid tussen haar en haar vader. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft zij beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 17 februari 2021 is eiseres vertegenwoordigd door haar gemachtigde en haar moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder ondeugdelijk gemotiveerd was. De rechtbank oordeelde dat de leeftijdsgrens die verweerder hanteerde voor jongvolwassenen niet in overeenstemming was met de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Eiseres, die op het moment van de aanvraag 26 jaar oud was, kan onder bepaalde omstandigheden nog steeds als jongvolwassene worden aangemerkt. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiseres ten onrechte niet is gehoord in bezwaar, wat in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.068,-.