ECLI:NL:RBDHA:2021:15482
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake WIA-uitkering en medische beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 17 december 2021, wordt de zaak behandeld van een eiser die een WIA-uitkering heeft aangevraagd na een ziekmelding in 2017. De eiser, die werkzaam was als medewerker in een casino, heeft zich ziekgemeld en na afloop van de wachttijd werd hij door het Uwv als minder dan 35% arbeidsongeschikt beoordeeld. Eiser heeft vervolgens een herbeoordeling aangevraagd, maar het Uwv weigerde de WIA-uitkering per 1 april 2019, omdat de klachten die hij meldde een andere oorzaak zouden hebben dan de eerdere klachten. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak op 23 november 2021 behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat de verzekeringsartsen onvoldoende rekening hebben gehouden met zijn lichamelijke klachten en dat de toegenomen psychische klachten niet correct zijn beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig genoeg is geweest, omdat de verzekeringsartsen niet alle relevante informatie hebben meegenomen. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om de gebreken in het besluit te herstellen, conform de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft de beslissing aangehouden totdat verweerder heeft gereageerd op de mogelijkheid tot herstel van het besluit.