ECLI:NL:RBDHA:2021:15519

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 maart 2021
Publicatiedatum
31 januari 2022
Zaaknummer
NL21.2444
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheid Zwitserland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 maart 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E. Ceylan, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 17 februari 2021 was genomen, weigerde de aanvraag in behandeling te nemen op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 9 maart 2021, waar verzoeker niet aanwezig was, heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld in samenhang met een andere zaak (NL21.2443). Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de rechtbank in een eerdere uitspraak op dezelfde dag in de andere zaak had geoordeeld, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 10 maart 2021 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.2444
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. E. Ceylan),

en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. F. van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluit van 17 februari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.2443, plaatsgevonden op 9 maart 2021. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.2443, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2021 door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. mr. K.S. Smits, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
10 maart 2021

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.