ECLI:NL:RBDHA:2021:15620
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak in beroepszaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H.T. Gerbrandy, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen, beroep ingesteld. Daarnaast verzocht hij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op dezelfde dag als de behandeling van een andere zaak (NL21.4270), maar beide partijen zijn niet verschenen.
De voorzieningenrechter overwoog dat in de uitspraak van dezelfde dag in de andere zaak al een beslissing was genomen op het beroep van verzoeker. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.