ECLI:NL:RBDHA:2021:15893
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die stelt de Somalische nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 1986, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 8 maart 2021 afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 1 juni 2021, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A.M.I. Eleveld, en een tolk, A. Adam. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. M. Lorier. Tijdens de zitting werd ook de zaak met nummer NL21.3899 behandeld. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. A.M. Zwijnenberg. De beslissing is op 23 juni 2021 bekendgemaakt en zal openbaar worden gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.