ECLI:NL:RBDHA:2021:16048

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juni 2021
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
NL21.9123
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen buiten behandeling stellen asielaanvraag wegens ontbrekende vertalingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de aanvraag van eiseres voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd buiten behandeling te stellen. Eiseres, van Belarussische nationaliteit, had op 1 juni 2021 een derde opvolgende aanvraag ingediend, maar deze werd afgewezen omdat er twee vertalingen van stukken ontbraken. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, bijgestaan door haar gemachtigde en een pastoraal begeleider. Tijdens de zitting is de zaak behandeld, waarbij de rechtbank onmiddellijk uitspraak deed.

De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris de aanvraag ten onrechte buiten behandeling had gesteld. De rechtbank benadrukte dat eiseres voldoende relevante informatie had ingediend en dat de ontbrekende vertalingen van twee documenten niet zo wezenlijk waren dat dit de afwijzing van de aanvraag rechtvaardigde. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de Staatssecretaris op om binnen twaalf weken een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.068,-.

De rechtbank concludeerde dat de aanvraag niet impliciet was ingetrokken en dat de procedure voortgezet moest worden. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag, en de rechtbank heeft de rechtsgevolgen van het bestreden besluit niet in stand gelaten, omdat de aanvraag nog inhoudelijk beoordeeld moest worden.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.9123
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. W.C. Boelens),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.F.M. van Raak).

Procesverloop

Bij besluit van 10 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De rechtbank heeft het beroep tezamen met de zaak NL21.9124 op 28 juni 2021 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en door [A] , pastoraal begeleider. Als tolk is verschenen E.Y. Belyaea. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op binnen 12 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, met inachtneming van deze uitspraak;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.068,-.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Eiseres is van Belarussische nationaliteit ten geboren op [geboortedatum] 1968. Eiseres heeft twee keer eerder een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De afwijzingen van die aanvragen staan in rechte vast. Eiseres heeft op 1 juni 2021 door middel van het kennisgevingsformulier M35-O een derde opvolgende aanvraag ingediend.
3. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de asielaanvraag niet buiten behandeling had mogen stellen. Daarbij is het volgende van belang.
4. Verweerder heeft gewezen op diverse artikelen waaruit volgt dat een aanvrager bij zijn aanvraag alle relevante stukken voegt, met een (Nederlandse) vertaling. Dit volgt ook uit het formulier M35-O waarin staat dat buitenlandse stukken opgesteld moeten zijn in het Nederlands, Engels, Duits of Frans. De achterliggende gedachte van deze regelgeving is dat iemand een volledig beeld schets van zijn of haar aanvraag en alle wezenlijke stukken bij de aanvraag voegt, zodat verweerder dit goed kan beoordelen. Dat heeft eiseres gedaan. Er ligt een M35-O met een uitgebreide toelichting van de gemachtigde van eiseres over de reden dat eiseres opnieuw een aanvraag indient. Daarin worden ook diverse documenten genoemd, die het relaas onderbouwen. De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de mededeling van eiseres dat zij deze documenten ten tijde van de aanvraag al bij zich had, maar niet in de gelegenheid werd gesteld om ze in te leveren. De documenten zijn vervolgens alsnog enkele dagen later door eiseres overgelegd, zodat verweerder tijdig over alle relevante stukken beschikte.
5. Verweerder heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat van twee stukken geen vertaling was overgelegd. Het gaat dan om documenten van Facebook-berichten en de beslaglegging van de woning van eiseres in haar land van herkomst. Gelet op de uitgebreide toelichting van de gemachtigde van eiseres, de hoeveelheid stukken die wel met vertaling zijn overgelegd en de aard van deze twee niet vertaalde stukken, ziet de rechtbank niet in dat de twee ontbrekende vertalingen zo wezenlijk voor de aanvraag van eiseres zijn dat op grond daarvan de aanvraag helemaal buiten behandeling gesteld moet worden. Verweerder kan bij de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag minder of geen waarde hechten aan de niet vertaalde stukken, maar de rechtbank volgt verweerder niet dat de aanvraag helemaal buiten behandeling gesteld moet worden. Eiseres heeft voldoende informatie ingebracht op grond waarvan verweerder alsnog tot een inhoudelijke beoordeling van de aanvraag kan komen.
6. Bij het voorgaande speelt ook een rol dat artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder a, Vreemdelingenwet 2000 uitgelegd moet worden overeenkomstig artikel 28, eerste lid, onder a, van de Procedurerichtlijn, waarin is bepaald dat als de vreemdeling heeft nagelaten te antwoorden op verzoeken om informatie te verstrekken die van wezenlijk belang is voor de aanvraag, een lidstaat ervan mag uitgaan dat een aanvraag impliciet is ingetrokken. [1] Verweerder kan daar in deze zaak wegens het ontbreken van twee vertalingen niet van uitgaan. De aanvraag is daarom ten onrechte buiten behandeling gesteld.
4. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien, omdat verweerder de aanvraag nog inhoudelijk moet gaan beoordelen.
Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van twaalf weken.
5. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.068,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 534,- en een wegingsfactor 1)..
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2021 door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Janssens - Kleijn, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
28 juni 2021
Mr. M.C. Verra
Rechter
Rechtbank Midden-Nederland
L.M. Janssens - Kleijn
Griffier
Rechtbank Midden-Nederland

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Richtlijn 2013/32/EU van het Europees parlement en de raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming.