Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Het samenwonen op hetzelfde adres is geen uitputtend vereiste voor het aannemen van het vervuld hebben van zorg- en opvoedtaken.
In het kader van een evenwichtige belangenafweging had verweerder de foto’s moeten beoordelen in samenhang met en in de context van de overige documenten.
Eiser is van mening dat de overgelegde verklaringen duidelijk aangeven op welke wijze hij invulling geeft aan zijn continue zorg- en opvoedingstaken en dat deze documenten aantonen dat sprake is van een afhankelijkheidsrelatie tussen hem en zijn zoon.
Een vreemdeling heeft rechtmatig verblijf op grond van artikel 8 onder e, Vw als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
(…)
b. de vreemdeling heeft een minderjarig kind (dat wil zeggen: beneden de achttien jaar) dat in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit;
d. tussen de vreemdeling en het kind bestaat een zodanige afhankelijkheidsverhouding dat het kind gedwongen zou zijn het grondgebied van de Unie te verlaten als aan de vreemdeling een verblijfsrecht wordt geweigerd.
(…)
Ad d.
Bij de beoordeling of sprake is van een zodanige afhankelijkheidsverhouding dat het kind gedwongen zou zijn het grondgebied van de Unie te verlaten als aan de vreemdeling een verblijfsrecht wordt geweigerd, betrekt de IND, in het hogere belang van het kind, alle relevante omstandigheden, meer in het bijzonder:
• de leeftijd van het kind;
• zijn lichamelijke en emotionele ontwikkeling; en
• de mate van zijn affectieve relatie zowel met de Nederlandse ouder als met de vreemdeling, evenals het risico dat voor het evenwicht van het kind zou ontstaan als het van deze laatste zou worden gescheiden.