ECLI:NL:RBDHA:2021:16111

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 juli 2021
Publicatiedatum
11 april 2022
Zaaknummer
NL21.6971
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening asielaanvraag Marokkaanse verzoeker niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 29 april 2021 buiten behandeling gesteld. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 26 mei 2021 is de verzoeker, samen met zijn gemachtigde, niet verschenen, terwijl de Staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard in zijn beroep, omdat hij geen procesbelang heeft. Aangezien het verzoek om een voorlopige voorziening is gericht tegen hetzelfde besluit als het beroep, is ook dit verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, in aanwezigheid van griffier mr. R.G. Kamphof. De uitspraak is op dezelfde dag bekendgemaakt en zal openbaar worden gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.6971

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H.J. Janse),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.J.E.H. Peeters).

Procesverloop

Bij besluit van 29 april 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.6970, plaatsgevonden op 26 mei 2021. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt dat hij van Marokkaanse nationaliteit is en dat hij is geboren op [geboortedatum] 2004.
Eiser is bij uitspraak van heden niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep, omdat hij geen procesbelang heeft. Aangezien het verzoek om een voorlopige voorziening is gericht tegen hetzelfde besluit, is dit verzoek ook niet-ontvankelijk.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid vanmr. R.G. Kamphof, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.