Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juni 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , V-nummer: [V-nummer] eiseres
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Verweerder heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt mogen stellen dat eiseres niet heeft aangetoond wat de kosten zijn van de noodzakelijke behandeling en dat eiseres onvoldoende heeft onderbouwd dat zij deze kosten niet kan betalen, al dan niet met hulp van familieleden, mensen in haar sociale netwerk of (charitatieve) organisaties.
Verweerder heeft ook mogen aanvoeren dat eiseres weliswaar aannemelijk heeft gemaakt dat haar zussen en haar zoon in Europa wonen, maar dat zij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij in Marokko niet over een (ander) sociaal netwerk beschikt. Nu eiseres pas sinds 2016 in Nederland verblijft en daarvoor ruime tijd in Marokko heeft verbleven, heeft verweerder aannemelijk mogen achten dat het sociale netwerk van eiseres zich voornamelijk in Marokko bevindt.
Verweerder heeft tot slot mogen aanvoeren dat eiseres niet heeft onderbouwd dat zij niet dichter in de buurt kan gaan wonen van de instelling waar de medische voorziening aanwezig is en evenmin dat zij niet zelfstandig kan reizen naar deze instelling. De rechtbank ziet voor de stelling van eiseres, dat zij vanwege haar beperkte mobiliteit niet zelfstandig kan reizen, ook geen aanknopingspunten in het BMA-advies van 3 maart 2021. Daaruit blijkt immers dat eiseres in staat is om te reizen en dat er geen medische reisvoorwaarden noodzakelijk worden geacht.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand blijven;