ECLI:NL:RBDHA:2021:16138
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Hondurese eiser wegens gebrek aan reëel risico op ernstige schade bij terugkeer
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Hondurese nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. R. Akkaya. De rechtbank heeft de zaak op zitting behandeld, waarbij ook een tolk aanwezig was.
De rechtbank oordeelde dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig waren, maar dat er geen aannemelijke vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade bestond bij terugkeer naar Honduras. Eiser had aangevoerd dat hij slachtoffer kon worden van bendeleden en dat zijn stiefzoon ook slachtoffer was geworden. De rechtbank concludeerde echter dat de enkele mogelijkheid van ernstige schade onvoldoende was om een reëel risico aan te nemen. Eiser had bovendien na het overlijden van zijn stiefzoon nog twee jaar zonder problemen in Honduras verbleven.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees partijen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 15 juli 2021.