ECLI:NL:RBDHA:2021:16179
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en dwang
Op 24 december 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 2003. Het verzoek was ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 21 december 2021, met als doel een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling te verkrijgen op basis van artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, die op dat moment in een accommodatie verbleef, was niet in staat om gehoord te worden tijdens de zitting vanwege het ontbreken van een gebarentolk. De advocaat van de cliënt heeft aangegeven dat zij het niet eens was met het verzoek en terug wilde naar Philadelphia. De rechtbank heeft vastgesteld dat het essentieel is om de cliënt te horen voordat er een beslissing kan worden genomen over de vrijheidsbeperkende maatregel. Ondanks de inspanningen van de rechtbank om een gebarentolk te regelen, was er geen beschikbaar, wat leidde tot de conclusie dat de cliënt niet gehoord kon worden. Gezien de wettelijke verplichting om de cliënt te horen en de uiterste beslisdatum, heeft de rechtbank besloten het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling af te wijzen. De beschikking is gegeven door mr. B. Martinez-Hammer, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 december 2021. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 januari 2022.