ECLI:NL:RBDHA:2021:1618
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardig asielrelaas en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2021 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Marokkaanse nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 27 juli 2020 afgewezen als kennelijk ongegrond. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting, die plaatsvond in Breda, was de eiser afwezig, maar zijn gemachtigde was aanwezig. De rechtbank heeft de zaak onmiddellijk na de behandeling behandeld en uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelde dat Marokko in het algemeen als een veilig land van herkomst wordt beschouwd. De geloofwaardigheid van het asielrelaas van de eiser was echter in geschil. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de eiser over zijn relatie met zijn nicht en het daaruit voortvloeiende conflict met haar familie vaag, wisselend en op onderdelen tegenstrijdig waren. De eiser kon niet overtuigend weerleggen dat hij niet eenduidig had verklaard over de betrokkenen bij het conflict. Bovendien had hij niet kunnen aantonen dat hij, na vier jaar in Nederland te zijn, niet in staat was om documenten te verkrijgen die zijn asielrelaas konden ondersteunen.
De rechtbank concludeerde dat het asielrelaas van de eiser niet geloofwaardig was en dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat Marokko voor hem geen veilig land van herkomst was. Daarom werd de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank wees het beroep van de eiser af en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.