Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
[verzoeker],
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
Diverse bestuursleden en ik zelf krijgen signalen uit de buitenwereld dat uitingen over de (interne) [verzoeker] -processen ook daar terecht komen en op negatieve wijze met derden worden besproken. Dat is niet toegestaan. (…) Ik realiseer mij uiteraard dat de noodzakelijke veranderingen die de [verzoeker] doormaakt mogelijke reacties oproepen. Dat kan intern, met mij en op constructieve wijze altijd onderwerp van gesprek zijn. Ik verzoek jedringend– voor zover van toepassing – jouw gevoelens van ongenoegen op fatsoenlijke wijze en binnen de daartoe bestemde kaders te kanaliseren. Mocht dat anders zijn dan zal dat uitdrukkelijk niet worden getolereerd en kan dat consequenties met zich meebrengen. Op 2 september 2019 heeft [verzoeker] met [verweerder] gesproken over zijn functioneren. Tijdens dat gesprek kwam aan de orde dat [verzoeker] vond dat [verweerder] zijn collega’s negeerde en zich aan alles onttrok, behalve de verplichte overleggen. Aan de orde kwam verder dat de werkrelatie tussen [verweerder] , het bestuur en de directie steeds verder onder druk kwam te staan doordat hij hun gezag (door onder meer te spreken over Trump-methoden) ondermijnde. Uit zijn houding bleek dat hij zich onverminderd niet wilde conformeren aan de gewijzigde koers die de [verzoeker] was gaan varen. De werkwijze die hij er als Secretaris op na hield was sterk verouderd. Agenda’s waren onduidelijk en notities bestonden uit aan elkaar geplakte fragmenten. De conclusie van het op 2 september 2019 gevoerde gesprek was dat [verweerder] niet goed functioneerde. Hij diende dit te verbeteren. In het verslag van 5 september 2019 is onder meer vermeld dat [verweerder] zich dient te houden aan de instructies en richtlijnen van de [verzoeker] . Hij moest zijn houding en gedrag in positieve zin keren en kreeg ter ondersteuning een coach aangeboden. Per mail d.d. 6 september 2019 heeft [verweerder] daarop gereageerd met onder meer:
Het [verzoeker] -kantoor lijkt wel een mijnenveld van verborgen explosieven. Dat mijn 25-jarig jubileum wordt vergeten past daar ook wel bij. Ik concentreer mij op het werken voor de [verzoeker] -leden en de branche hetgeen ik al 25 jaar (zonder ziekteverzuim) aantoonbaar naar volle tevredenheid doe. Die coach (…) kan ik wel gebruiken om het rouwproces (verlies van 6 collega’s binnen korte tijd) goed door te komen. De [verzoeker] heeft hieruit afgeleid dat [verweerder] het gesprek van 2 september 2019 niet serieus nam. Zij heeft om die reden op 26 september 2019 nogmaals met hem gesproken. Hij heeft toen desgevraagd te kennen gegeven voor [verzoeker] te willen blijven werken. Een verbetertraject en coach achtte hij niet nodig. Op 5 maart 2020 heeft de [verzoeker] met [verweerder] gesproken omdat hij ondanks herhaalde verzoeken had geweigerd de urenverantwoording te controleren en aan te passen en hij zonder overleg met [betrokkene 3] en de Sociale Partners niet correcte cao loontabellen op de website van het SF had geplaatst. Verder had [verweerder] zich denigrerend en kwetsend uitgelaten over de achterban en had hij opnieuw vertrouwelijke informatie gedeeld met een derde. [verweerder] stelde zich op het standpunt dat hem niets te verwijten viel. Op 8 mei 2020 heeft [verzoeker] een beoordelingsgesprek gevoerd met [verweerder] . Aan de orde is toen onder meer gekomen zijn negatieve houding, het delen van vertrouwelijke informatie met derden, zijn weigering om te komen met een voorstel voor het verbeteren van het secretariaat, het gebrek aan samenwerking en het gebrek aan communicatie en afstemming. Dit gesprek was aanleiding om alsnog een verbetertraject te starten. Op 20 mei 2020 is daarover gesproken. [verweerder] zou de gelegenheid krijgen om zijn functioneren, met bijstand van een externe coach, op een termijn van 6 maanden te verbeteren, met tussentijdse evaluaties. Het verbeterplan (productie 40 bij het verzoekschrift) is op 21 mei 2020 aan [verweerder] toegezonden. De verbeterpunten zagen toe op enerzijds houding en gedrag en anderzijds op werkinhoud/werkwijze als Secretaris, waaronder het opstellen van een plan voor het verbeteren van het secretariaat. In de maanden die hierop volgden is [verweerder] stoïcijns blijven volhouden dat hij niet begreep wat van hem werd verwacht. Hij voerde geen dialoog en wilde geen hulp. Hij negeerde feedback en vond steeds dat hij gelijk had. Op 21 september 2020 heeft de [verzoeker] het evaluatiegesprek gevoerd met [verweerder] . Besproken is dat hij geen enkele verbetering had laten zien en geen plan had opgesteld voor het verbeteren van het secretariaat. Hij stelde zich ten onrechte op het standpunt dat de [verzoeker] niet bevoegd is om hem met het oog op de uitoefening van zijn functie als Secretaris aanwijzingen te geven en/of verbeteringen te verlangen. Op 24 september 2020 is nogmaals met hem gesproken. Tijdens dit gesprek is gebleken dat hij prima begreep waar de [verzoeker] kritiek op heeft, maar dat hij de gevraagde verbeteringen niet wenst door te voeren, omdat hij het daarmee niet eens is. Dit leidde de [verzoeker] tot de conclusie dat het verbetertraject voortijdig was te beëindigen en dat de arbeidsovereenkomst met [verweerder] moest gaan eindigen. Er is sprake van een lange reeks van incidenten. [verweerder] heeft een onwerkbare situatie laten ontstaan. Met de gedragingen die hij heeft vertoond, heeft hij zich schuldig gemaakt aan ernstig plichtverzuim. Hij heeft ernstig verwijtbaar gehandeld, ook doordat hij namens de [verzoeker] , zonder overleg met [betrokkene 2] , een arbeidszaak heeft behandeld, waarin op 13 januari 2021 vonnis is gewezen, en door dit vonnis – in strijd met de instructies rondom publiceren – te publiceren. Het behandelen van arbeidszaken ten behoeve van de leden van de [verzoeker] behoort niet tot de functie van [verweerder] . Hij is bij de behandeling van de betreffende zaak bovendien afgeweken van de richtlijnen die de [verzoeker] pleegt te hanteren. De [verzoeker] heeft verder ontdekt dat [verweerder] op 5 januari 2021 de volledige ledenlijst van de [verzoeker] aan zichzelf heeft gemaild, inclusief de mutaties in het 3e en 4e kwartaal van 2020. Het verzenden van dit soort vertrouwelijke informatie via internet of e-mail is niet toestaan en is niet verenigbaar met het bepaalde in de AVG. Om te voorkomen dat [verweerder] deze informatie gaat gebruiken of bekend gaat maken, verzoekt de [verzoeker] om hem te gebieden zich aan zijn geheimhoudingsverplichting te houden. [verweerder] heeft niet de benodigde competenties en is niet in staat gebleken zich te verbeteren. Te concluderen is dat hij disfunctioneert. De verhouding tussen [verweerder] en de [verzoeker] is volledig en duurzaam verstoord geraakt. Er is dientengevolge een onwerkbare situatie ontstaan. Herplaatsing van [verweerder] is niet aan de orde. De [verzoeker] heeft geen passende vacatures. Op de transitievergoeding kan [verweerder] geen aanspraak maken. Voor zover dat anders zou zijn is deze vergoeding te stellen op een bedrag ad € 64.268,18 bruto.
In de functie van Secretaris voor diverse externe partijen wordt in principe niet gehandeld vanuit verantwoordelijkheden en bevoegdheden van [verzoeker] . Er wordt gewerkt ten behoeve van (en onder verantwoordelijkheid van) externe fondsen, commissies en partijen. Ten tijde van de indiensttreding van [verweerder] bij de [verzoeker] was [betrokkene 5] haar directeur. Hij is opgevolgd door [betrokkene 4] , met wie [verweerder] , tot 2016, gedurende 22 jaar heeft samengewerkt. [betrokkene 4] heeft de werkrelatie met [verweerder] omschreven als constructief. Na het vertrek van [betrokkene 4] is [betrokkene 1] benoemd tot [verzoeker] -directeur. Vanaf juni 2017 is [betrokkene 2] haar directeur. Zij is de [verzoeker] in opdracht van het bestuur van de [verzoeker] gaan reorganiseren teneinde de [verzoeker] te veranderen in een toekomstbestendige brancheorganisatie. In het kader daarvan zijn er werknemers afgevloeid en heeft de [verzoeker] haar werknemers voorgesteld om de arbeidsvoorwaarden te versoberen, hetgeen aanleiding heeft gegeven tot discussie. Vanaf omstreeks oktober 2017 is [betrokkene 2] in toenemende mate kritiek gaan uitoefenen op het functioneren van [verweerder] . Zij heeft in mei 2020 geïnitieerd dat [verweerder] , bijgestaan door een coach, zijn functioneren op een termijn van 6 maanden, met tussentijdse evaluaties, moest gaan verbeteren volgens het daartoe door of namens [verzoeker] opgestelde verbeterplan. Dit verbetertraject is in september 2020 voortijdig beëindigd, waarna [verzoeker] heeft besloten de onderhavige procedure te entameren. Niet in discussie is dat [verweerder] onlangs het [verzoeker] -ledenbestand naar zijn eigen hotmailaccount heeft gemaild en dat hij een van de [verzoeker] -leden heeft bijgestaan in de civiele procedure (een arbeidszaak).
Je ondersteunt zichtbaar de koers en werkwijze van het [verzoeker] (…) Je stelt je constructief en meewerkend op (…) Je accepteert en respecteert [betrokkene 2] zichtbaar als je leidinggevende (…) Je toont begrip voor afwijkende visies, ideeën, omgangsvormen en gewoonten (…)etc.). Illustratief is verder dat in het kader van het verbeterplan van [verweerder] wordt verlangd dat hij binnen korte tijd aan [betrokkene 2] presenteert een goed onderbouwd plan voor het moderniseren/vernieuwen van het secretariaat, omdat het – gelet op de gevoeligheden die inherent zijn aan het feit dat een werkgeversorganisatie ten behoeve van de bij de branche betrokken sociale partners het secretariaat voert – voor de hand ligt dat het plan daarvoor wordt ontwikkeld in nauw overleg tussen de directeur van de [verzoeker] , haar secretaris en de sociale partners. Te oordelen is dat de verhouding tussen partijen inmiddels dusdanig is verstoord dat er geen basis meer is voor een verdere vruchtbare samenwerking. Nu niet is gebleken dat [verweerder] binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie kan worden herplaatst, dient dit, nu niet van enig opzegverbod is gebleken, te leiden tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen per de hierna te noemen datum. De persoonlijke omstandigheden die [verweerder] heeft genoemd, leiden niet tot een ander oordeel.