ECLI:NL:RBDHA:2021:16265
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Nicaraguaanse eiser op grond van onvoldoende bewijs van vervolging
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser van Nicaraguaanse nationaliteit. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard. De eiser stelde dat hij Nicaragua had verlaten vanwege zijn politieke overtuiging en vreesde voor vervolging door de autoriteiten. De rechtbank oordeelde dat de eiser onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat hij in de negatieve aandacht van de autoriteiten stond. De rechtbank merkte op dat de eiser niet actief deelnam aan demonstraties en geen persoonlijke bedreigingen had ervaren. Bovendien was er geen bewijs dat de situatie in Nicaragua zodanig was dat de eiser bij terugkeer een reëel risico op vervolging zou lopen. De rechtbank concludeerde dat de asielaanvraag terecht was afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. L.M. Reijnierse, in aanwezigheid van griffier mr. L. van der Ruizendaal - van der Veen.