ECLI:NL:RBDHA:2021:16283

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juli 2021
Publicatiedatum
10 mei 2022
Zaaknummer
NL21.10403
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.M. Pot, had tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 29 juni 2021, hield in dat de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld tijdens een zitting op 20 juli 2021, waarbij zowel de verzoeker als de verweerder, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde F.F.M. van de Kamp, aanwezig waren. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening besproken in samenhang met een andere zaak (NL21.10402).

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, in de andere zaak, geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels op het beroep is beslist. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier mr. M.A.W.M. Engels, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.10403
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. H.M. Pot), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: F.F.M. van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluit van 29 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL21.10402, op 20 juli 2021 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.10402, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
29 juli 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. L.A. Banga M.A.W.M. Engels
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.