ECLI:NL:RBDHA:2021:16349
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 21 juli 2021, wordt het beroep van eisers tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. De zaak betreft de niet-betaling van het griffierecht, dat eisers verplicht zijn te voldoen om hun beroep inhoudelijk te laten behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers het griffierecht van € 178,- niet hebben betaald, ondanks herhaalde aanmaningen. Op 20 maart 2021 hebben eisers een aangetekende brief ontvangen waarin hen werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. Op 14 mei 2021 is hun verzoek om vrijstelling van het griffierecht afgewezen, omdat zij niet voldeden aan de criteria voor betalingsonmacht. De rechtbank heeft hen erop gewezen dat zij het griffierecht voor 11 juni 2021 moesten betalen, maar dit bedrag is niet ontvangen. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en heeft zij de zaak als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is genomen zonder zitting, aangezien dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze beslissing.