ECLI:NL:RBDHA:2021:16349

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juli 2021
Publicatiedatum
19 mei 2022
Zaaknummer
AWB 20/1191
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 21 juli 2021, wordt het beroep van eisers tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. De zaak betreft de niet-betaling van het griffierecht, dat eisers verplicht zijn te voldoen om hun beroep inhoudelijk te laten behandelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers het griffierecht van € 178,- niet hebben betaald, ondanks herhaalde aanmaningen. Op 20 maart 2021 hebben eisers een aangetekende brief ontvangen waarin hen werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. Op 14 mei 2021 is hun verzoek om vrijstelling van het griffierecht afgewezen, omdat zij niet voldeden aan de criteria voor betalingsonmacht. De rechtbank heeft hen erop gewezen dat zij het griffierecht voor 11 juni 2021 moesten betalen, maar dit bedrag is niet ontvangen. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en heeft zij de zaak als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is genomen zonder zitting, aangezien dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/1191

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juli 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , met v-nummer: [v-nummer] , eiseres,

en
[eiser], met v-nummer: [v-nummer] , eiser (hierna: eisers),
(gemachtigde: mr. R. Delfani),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eisers tegen het besluit van verweerder van 16 januari 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eisers hebben namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 178,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eisers niets aan kunnen doen.
4. De rechtbank heeft eisers op 20 maart 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eisers het griffierecht binnen vier weken moeten betalen aan de rechtbank. Eisers hebben gevraagd of zij het griffierecht niet hoeven te betalen, omdat zij dit bedrag niet kunnen betalen.
5. De rechtbank heeft eisers op 14 mei 2021 een brief gestuurd waarin staat dat hun verzoek is afgewezen omdat zij niet voldoen aan de criteria voor betalingsonmacht. Ook zijn zij erop gewezen dat zij het griffierecht wel moeten betalen. Eisers moesten dit doen voor 11 juni 2021.
6. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eisers hebben daar geen geldige reden voor gegeven.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 21 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is niet in staat te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.