ECLI:NL:RBDHA:2021:16350

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juli 2021
Publicatiedatum
19 mei 2022
Zaaknummer
AWB 20/7
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 21 juli 2021, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 6 december 2019 behandeld. Eiser heeft het griffierecht van € 178,- niet betaald, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiser op 8 februari 2020 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat hij het griffierecht binnen vier weken moest betalen. Eiser heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, omdat hij dit bedrag niet kan betalen. Echter, op 14 mei 2021 heeft de rechtbank hem geïnformeerd dat zijn verzoek was afgewezen, omdat hij niet had voldaan aan het verzoek om gegevens over zijn betalingsonmacht te overleggen. Eiser werd erop gewezen dat hij het griffierecht voor 11 juni 2021 moest betalen, maar de rechtbank heeft geen betaling ontvangen.

Aangezien eiser geen geldige reden heeft gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van J. Fagel, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/7

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juli 2021 in de zaak tussen

[eiser] , met v-nummer: [v-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. S. Karkache),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 6 december 2019.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 178,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 8 februari 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Eiser heeft gevraagd of hij het griffierecht niet hoeft te betalen, omdat hij dit bedrag niet kan betalen.
5. De rechtbank heeft eiser op 14 mei 2021 een brief gestuurd waarin staat dat zijn verzoek is afgewezen omdat hij niet heeft voldaan aan het verzoek om gegevens over de betalingsonmacht te overleggen. Hij is erop gewezen dat hij het griffierecht wel moet betalen. Eiser moest dit doen voor 11 juni 2021.
6. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van
J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 21 juli 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.