Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was gebaseerd op artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, en werd opgelegd omdat er een concreet aanknopingspunt bestond voor een overdracht onder de Dublinverordening. Eiser had psychische klachten en voerde aan dat hij had willen meewerken aan zijn overdracht naar Italië, en dat de detentie onevenredig bezwarend was. De rechtbank heeft de zaak op 2 augustus 2021 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat de Staatssecretaris voldoende had gemotiveerd waarom de maatregel van bewaring noodzakelijk was, ondanks de persoonlijke omstandigheden van eiser. De rechtbank stelde vast dat eiser de gronden voor de bewaring niet had betwist en dat eerdere maatregelen, zoals een meldplicht, niet tot zijn vertrek hadden geleid. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en dat het beroep ongegrond was. Ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.