ECLI:NL:RBDHA:2021:16380

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 november 2021
Publicatiedatum
30 mei 2022
Zaaknummer
9272244 \ CV EXPL 21-1846
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis over de absolute bevoegdheid van de kantonrechter in een civiele zaak met een waarde onder de € 25.000

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag, is op 17 november 2021 een tussenvonnis uitgesproken met betrekking tot de absolute bevoegdheid van de kantonrechter. De zaak betreft een vordering van eisende partijen, vertegenwoordigd door mr. M.T.M. Fluitman, tegen gedaagde partijen, vertegenwoordigd door mr. G.L. Court. De eisende partijen stellen dat de waarde van de vordering, inclusief schadevergoeding, niet hoger is dan € 25.000,00, en hebben dit onderbouwd met een totaalbedrag van € 3.304,30. Gedaagde partijen betwisten deze waarde en stellen dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat de vordering onder de € 25.000,00 blijft.

De kantonrechter heeft de stukken van de procedure bestudeerd, waaronder de dagvaarding en de conclusies van antwoord. Op basis van de rolbeslissing van 22 september 2021 hebben partijen de gelegenheid gekregen om hun standpunten over de bevoegdheid van de kantonrechter te verduidelijken. Na beoordeling van de argumenten van beide partijen concludeert de kantonrechter dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de vordering inderdaad een lagere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000,00. Hierdoor verklaart de kantonrechter zich bevoegd om van de zaak kennis te nemen.

De kantonrechter heeft besloten om een mondelinge behandeling te gelasten en heeft partijen gevraagd om hun verhinderdata door te geven tot en met februari 2022. Indien er geen reacties binnenkomen, zal de kantonrechter een datum voor de mondelinge behandeling vaststellen. Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 november 2021.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Zittingsplaats Leiden
YH
Rolnr.: 9272244 \ CV EXPL 21-1846
Datum: 17 november 2021

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1
[eiser 1],
2
[eiser 2] ,
beiden wonende te [woonplaats] .
eisende partijen,
gemachtigde: mr. M.T.M. Fluitman,
tegen
1
[gedaagde 1],
2
[gedaagde 2]
beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
gemachtigde: mr. G.L. Court.

Procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 4 juni 2021 met producties,
  • de conclusie van antwoord met producties,
  • de akte uitlating aan de zijde van eisende partij met producties,
  • de akte uitlating aan de zijde van gedaagde partij.

Beoordeling

Bij rolbeslissing van 22 september 2021 hebben partijen de gelegenheid gekregen tot de rolzitting van 20 oktober 2021 om zich bij akte uit te laten over de bevoegdheid van de kantonrechter. Eisende partijen zijn van mening dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000,00, nu de waarde van de grond tezamen met de gevorderde schade (€ 3.092,30 + € 212,00) uitkomt op een waarde van € 3.304,30. Gedaagde partijen zijn van mening dat er geen duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering een lagere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000,00.
De kantonrechter oordeelt dat er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering een lagere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000,00. De kantonrechter oordeelt dat hij bevoegd is van deze zaak kennis te nemen.
De kantonrechter zal een mondelinge behandeling gelasten in deze zaak. Voor dat er een datum voor de mondelinge behandeling wordt bepaald, worden partijen in de gelegenheid gesteld opgave te doen van hun verhinderdata tot en met februari 2022.
Indien er binnen deze termijn geen reactie wordt ontvangen, gaat de kantonrechter ervan uit dat er geen verhinderdata zijn en zal een datum voor mondelinge behandeling worden bepaald.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart zich bevoegd van de vordering kennis te nemen;
- verwijst de zaak naar de rolzitting van 1 december 2021 voor opgave van de verhinderdata van partijen tot en met februari 2022.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. W.A. Swildens en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 november 2021.