ECLI:NL:RBDHA:2021:16400

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 november 2021
Publicatiedatum
2 juni 2022
Zaaknummer
9124765 CV EXPL 21-1179
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake woonwagenlocatie en vorderingen van woonwagenbewoners tegen gemeente en Woonpartners

In deze zaak heeft de kantonrechter te Gouda op 11 november 2021 een tussenvonnis gewezen in een civiele procedure tussen een groep woonwagenbewoners en de gemeente Waddinxveen, alsook de stichting Woonpartners. De woonwagenbewoners, aangeduid als [eisers], hebben vorderingen ingesteld tegen de gemeente en Woonpartners, waarbij zij onder andere eisen dat er een nieuwe woonwagenlocatie voor hen wordt aangewezen en dat de huidige woonwagenlocatie wordt geoptimaliseerd voor permanent gebruik. De gemeente Waddinxveen heeft in 1995 een tijdelijke woonwagenlocatie ingericht na een conflict tussen bewoners van een andere locatie. In 2002 is de eigendom van deze locatie overgedragen aan Woonpartners, die sindsdien verantwoordelijk is voor de verhuur en het beheer. De woonwagenbewoners stellen dat de gemeente en Woonpartners onrechtmatig handelen door hen niet de beloofde woonruimte te bieden en dat zij in strijd met hun verplichtingen uit het EVRM handelen. Woonpartners heeft de vorderingen van de woonwagenbewoners betwist en vorderingen in reconventie ingesteld, waaronder het verwijderen van ongeoorloofde opslag en caravans op de locatie. De rechtbank heeft besloten dat er een plaatsopneming en bezichtiging van de woonwagenlocatie zal plaatsvinden om de situatie ter plaatse te beoordelen. De verdere beslissingen in deze zaak zijn aangehouden.

Uitspraak

REchtbank den haag

Team Handel & Kantonrechter Gouda
Zaaknummers: C/09/600405/HA ZA 20-965 en 9124765 CV EXPL 21-1179
Vonnis d.d. 11 november 2021 in de zaak van:

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],
5.
[eiser 5],
allen wonende te [woonplaats eisers] ,
eisende partijen, tevens verwerende partijen in reconventie,
hierna samen aan te duiden als: [eisers] ,
advocaat / gemachtigde: mr. C.C.J.L. Huurman-Ip Vai Ching,
tegen

1.de stichting Woonpartners Midden-Holland, Stichting voor Bouwen en Beheren,

gevestigd en kantoorhoudende te Waddinxveen ,
gedaagde partij in conventie, tevens eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Woonpartners,
gemachtigde: mr. O.M. Bos-Steenbergen,

2.de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Waddinxveen ,

zetelende te Waddinxveen ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de gemeente Waddinxveen ,
advocaat: voorheen mr. S.D. Arnold, thans mr. M. Niermeijer.

1.Het verloop van de procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de navolgende stukken, waaruit tevens het verloop van de procedures blijkt:
- de dagvaarding d.d. 22 juli 2020;
- de conclusie van antwoord van de gemeente Waddinxveen ;
- de incidentele conclusie van onbevoegdheid van Woonpartners;
- de incidentele conclusie van antwoord van [eisers] ;
- het vonnis in het incident d.d. 17 februari 2021;
- de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie van Woonpartners;
- het e-mailbericht met bijlagen d.d. 4 oktober 2021 van mr. Huurman;
- de brief met bijlage d.d. 4 oktober 2021 van mr. Niermeijer;
- de aantekeningen ten behoeve van de mondelinge behandeling van mr. Bos-Steenbergen;
- de spreekaantekeningen van mr. Niermeijer;
- de aantekeningen die de griffier heeft gemaakt tijdens de mondelinge behandeling van deze zaak op 14 oktober 2021.

2.De overwegingen

2.1
[eisers] vorderen (in conventie), bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
1. de gemeente Waddinxveen en Woonpartners te gelasten een nieuwe woonwagenlocatie aan te wijzen voor [eisers] , waar vier standplaatsen en twee huurwoonwagens dienen te worden gerealiseerd;
2. aan Woonpartners de verplichting op te leggen een huurovereenkomst aan te gaan met [eisers] voor de standplaatsen c.q. huurwoonwagens voor deze nieuwe woonwagenlocatie;
Subsidiair:
3. de gemeente Waddinxveen en Woonpartners te gelasten de huidige woonwagenlocatie te revitaliseren en deugdelijke aanpassingen te doen teneinde te kunnen bewerkstelligen dat de woonwagenlocatie permanent door [eisers] kan worden bewoond;
4. aan Woonpartners de verplichting op te leggen een huurovereenkomst aan te gaan met [eiser 4] en [eiser 5] ;
5. wat betreft de onder 1 tot en met 4 uit te spreken veroordelingen te bepalen dat bij niet nakoming hiervan de gemeente Waddinxveen en Woonpartners een dwangsom zullen verbeuren van € 1.000,= voor iedere dag of gedeelte hiervan dat zij in gebreke mochten blijven aan de veroordelingen te voldoen.
2.2
[eisers] leggen het volgende aan hun vorderingen ten grondslag. Zij wonen op de tijdelijke woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te [woonplaats eisers] . De gemeente Waddinxveen heeft deze locatie in 1995 gerealiseerd na een conflict in de jaren 90 tussen verschillende families, toentertijd woonachtig op de woonwagenlocatie aan de [adres] te [woonplaats] . In maart 2002 hebben de gemeente Waddinxveen en (onder meer) Woonpartners een Raamovereenkomst gesloten. Op grond van deze overeenkomst zijn de standplaatsen en huurwoonwagens op de locaties aan de [adres] en de [adres eisers] in eigendom overgedragen aan Woonpartners en is de bevoegdheid tot het toewijzen van standplaatsen en het verhuren van woonwagens op die locaties overgegaan van de gemeente Waddinxveen op Woonpartners. In 2016 heeft de gemeente Waddinxveen het beleidsplan Woonwagenbeleid 2016 vastgesteld. Het beleid van de gemeente Waddinxveen is volgens dit plan gericht op onder meer het behoud en de versterking van de algehele leefbaarheid en woonkwaliteit op de woonwagenlocaties, waarbij de sociaalgeografische aansluiting op een woonwijk van belang is. In dit plan is voorgesteld om de locatie aan de [adres] her in te richten en om de locatie aan de [adres eisers] te verplaatsen, met als uiteindelijk resultaat dat aan de [adres eisers] geen woonwagenlocatie meer zal bestaan. In 2016 hebben B&W van de gemeente Waddinxveen besloten om de in het beleidsplan voorgenomen besluiten tot uitvoering te brengen en is voor de locaties aan de [adres] en de [adres eisers] een plan van aanpak opgesteld. Vervolgens is locatie [naam locatie] aangewezen als de locatie die de locatie aan de [adres eisers] gaat vervangen. De Raad van de gemeente Waddinxveen heeft voor die locatie 4 woonwagenstandplaatsen vastgesteld. Op 7 september 2016 is het bestemmingsplan [adres eisers] vastgesteld. Dit plan voorziet in de herontwikkeling van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] in een locatie voor 10 sociale huurwoningen. De bewoners van de standplaatsen aan de [adres eisers] [huisnummers] zijn – vanwege conflicten met een of meer van eisende partijen – verhuisd naar een andere woonwagenlocatie. Bij brieven d.d. 2 en 3 augustus 2017 heeft Woonpartners de huurovereenkomsten met betrekking tot de standplaatsen en de huurwoonwagen aan de [adres eisers] opgezegd tegen 1 juli 2018 op grond van artikel 7:274 lid 1 sub e en (subsidiair) sub c BW. Bij brief d.d. 3 augustus 2017 is ook het gebruik door [eiser 5] van de grond aan de [adres eisers] opgezegd. [eisers] hebben hiermee niet willen instemmen, omdat hun geen passende andere woonruimte is aangeboden. Op de locatie [naam locatie] heeft Woonpartners aan [eisers] weliswaar vervangende woonruimte aangeboden, maar dit betreft woonwagenwoningen, welke niet met woonwagens vergelijkbaar zijn en daarom niet passend zijn. Woonpartners heeft [eisers] vervolgens doen dagvaarden voor de kantonrechter te Gouda en heeft gevorderd dat het tijdstip wordt bepaald waarop de met betrekking tot de locatie [adres eisers] gesloten huurovereenkomsten eindigen, met veroordeling van [eisers] om deze locatie te ontruimen. Bij vonnis d.d. 10 januari 2019 heeft de kantonrechter te Gouda deze vorderingen afgewezen. Bij brief d.d. 20 november 2019 hebben de gemeente Waddinxveen en Woonpartners aan [eiser 1] , [eiser 2] en [eiser 3] geschreven dat zij op hun huidige standplaats kunnen blijven staan totdat hun huurovereenkomsten eindigen. Aan [eiser 4] is aangezegd dat hij zijn caravan van de locatie [adres eisers] dient te verwijderen, omdat Woonpartners met hem geen huurovereenkomst heeft. Aan [eiser 1] heeft Woonpartners een overeenkomst aangeboden op grond waarvan Woonpartners gedoogt dat [eiser 5] de caravan bewoont die is bijgeplaatst op de standplaats van [eiser 1] . [eisers] stellen zich op het standpunt dat de gemeente Waddinxveen en Woonpartners onrechtmatig handelen. Het staat vast dat zij de bedoeling hebben gehad om voor [eisers] een nieuwe woonwagenlocatie te realiseren. [eisers] hebben hieraan willen meewerken, maar zij hebben de op de locatie [naam locatie] gerealiseerde woonwagenwoningen niet behoeven te accepteren. Door de tijdelijke, gebrekkige woonwagenlocatie aan de [adres eisers] in stand te laten, handelen de gemeente Waddinxveen en Woonpartners in strijd met hun toezegging om voor een nieuwe woonwagenlocatie te zorgen. Zij handelen in strijd met hun verplichtingen uit het EVRM. Ook uit het EVRM vloeit voort dat zij [eisers] woonwagens c.q. woonwagenstandplaatsen moeten aanbieden. In plaats daarvan voeren zij op de locatie [adres eisers] ten onrechte een uitsterfbeleid.
2.3
Woonpartners heeft in conventie geconcludeerd dat de vorderingen van [eisers] zijn af te wijzen, met veroordeling van hen, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten en de nakosten. Daartoe voert zij het volgende aan. In 1995 is er een ernstig conflict ontstaan tussen de bewoners van de woonwagenlocatie aan de [adres] te [woonplaats eisers] . Om die reden heeft de gemeente Waddinxveen voor een deel van de bewoners van deze locatie een tijdelijke woonwagenlocatie met vier standplaatsen ingericht aan de [adres eisers] te [woonplaats eisers] . Van degenen wier woonruimten van de [adres] zijn verplaatst naar de [adres eisers] zijn thans nog, op basis van tussen hen en (thans) Woonpartners geldende huurovereenkomsten, woonachtig [eiser 1] , [eiser 3] en (door medehuurderschap) [eiser 2] . [eiser 1] heeft haar woonruimte op het adres [adres eisers] [huisnummer] en [eiser 2] en [eiser 3] hebben hun woonruimte op het adres [adres eisers] [huisnummer] . In 2009 is het bestemmingsplan [locatie 3] vastgesteld. In dit basisplan is opgenomen dat in het gehele plangebied 28 woonwagenstandplaatsen mogen worden ingericht. Met oog op de verplaatsing van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] en het opstellen van een plan van aanpak heeft Woonpartners vanaf 2014 gesprekken gevoerd met [eisers] Het bestemmingsplan [locatie 3] is in 2017 uitgewerkt in het Uitwerkingsplan 2, 2014 [locatie 2] . Daarin is opgenomen dat er aan de [locatie 2] 4 woonwagenstandplaatsen worden gerealiseerd. Op deze locatie heeft Woonpartners vier woonwagenwoningen gerealiseerd. In of omstreeks dezelfde periode werkte de gemeente Waddinxveen aan haar Woonwagenbeleid. Voorafgaand aan het vaststellen van het woonwagenbeleid zijn de woonwensen van onder [eisers] geïnventariseerd ten behoeve van de inrichting van twee nieuwe woonwagenlocaties in de nieuwbouwwijk [locatie 3] . Aan de hand daarvan zijn plannen van aanpak opgesteld alsmede een Sociaal Plan. In januari 2016 heeft de gemeente Waddinxveen haar woonwagenbeleid vastgesteld. Vervolgens is op 7 september 2016 het bestemmingsplan [adres eisers] vastgesteld. Dit plan voorziet in de herontwikkeling van de ter plaatse aanwezige woonwagenlocatie naar een locatie met tien woningen in de sociale of vrije huursector. Volgens artikel 11.2 van het bestemmingsplan mag gebruik dat strijdig is met het nieuwe bestemmingsplan worden voortgezet, maar mag geen nieuw strijdig gebruik plaatsvinden. Het opnieuw verhuren van een thans niet gebruikte standplaats is daarom niet mogelijk. De voormalige bewoners van de [adres eisers] [huisnummers] zijn verhuisd naar de woonwagenwoningen aan de [locatie 2] . Woonpartners heeft de huurovereenkomsten met [eiser 1] , [eiser 2] en [eiser 3] opgezegd op 2 en 3 augustus 2017. Op 28 augustus 2017 hebben [eisers] een klacht ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens. Woonpartners zouden een verboden onderscheid op grond van ras maken door hen te willen verhuizen van een woonwagen naar een woonwagenwoning op een andere locatie. Op 24 januari 2018 heeft het College deze klacht gegrond verklaard. Woonpartners kan zich daarmee niet verenigen. Op basis van de gedane huuropzeggingen heeft Woonpartners tegen [eisers] een procedure gevoerd bij de kantonrechter te Gouda. Zij vorderde onder meer om het tijdstip vast te stellen waarop de huurovereenkomsten met [eiser 1] , [eiser 2] en [eiser 3] zouden eindigen en dat [eisers] de locatie aan de [adres eisers] dienden te ontruimen. Bij vonnis van 10 januari 2019 zijn deze vorderingen afgewezen. Woonpartners heeft besloten daarin te berusten. Bij brief d.d. 20 november 2019 hebben zij en de gemeente Waddinxveen [eiser 5] onder voorwaarden een standplaats aangeboden aan de [adres eisers] [huisnummer] . Aangezien hij niet aan de voorwaarden heeft voldaan, is dit aanbod komen te vervallen. [eiser 5] verplaatste zijn toercaravan naar de groenstrook naast de woonwagenstandplaats aan de [adres eisers] [huisnummer] en vervolgens naar de toegangsweg naar de woonwagenlocatie. Bij brief d.d. 15 mei 2020 hebben [eisers] zich op het standpunt gesteld dat sprake zou zijn van gederfd huurgenot als gevolg van achterstallig onderhoud. Er zouden gebreken zijn, brandgevaar en verzakkingsgevaar. Woonpartners heeft gevraagd om een onderbouwing van de klachten, maar deze is niet gegeven. Het is Woonpartners gebleken dat er zonder recht of titel een toercaravan gedeeltelijk voor de locatie [adres eisers] [huisnummer] en gedeeltelijk voor de locatie [adres eisers] [huisnummer] is geplaatst. Gebleken is haar verder dat er veel oud ijzer en allerhande zaken op of nabij de woonwagenlocatie wordt opgeslagen. Alle bewoners van de locatie zijn gesommeerd om de caravan(s) en de overige opgeslagen zaken te verwijderen en verwijderd te houden. [eisers] stellen dat Woonpartners onrechtmatig jegens hen handelt. Zij verwijzen daarbij naar het recht van woonwagenbewoners op de instandhouding van hun identiteit en cultuur en de verplichting van de Nederlandse overheid om de woonwagencultuur te beschermen en te faciliteren. Dit recht betwist Woonpartners niet. [eisers] maken echter niet duidelijk welke inbreuk zij op dit recht zou maken en welke schade [eisers] daardoor zouden lijden. [eisers] voeren verder aan dat Woonpartners toezeggingen zou hebben gedaan omtrent een nieuwe woonwagenlocatie. Dit wordt betwist. Woonpartners is bovendien niet bevoegd om ten behoeve van [eisers] op een (nader aan te wijzen) locatie in Waddinxveen de daarvoor benodigde wijziging van het bestemmingsplan door te voeren, nu dit behoort tot de publiekrechtelijke taken en bevoegdheden van de gemeente. Indien de Raad van de gemeente Waddinxveen zou besluiten om een nieuwe locatie voor woonwagens aan te wijzen, staat daarmee voorts niet vast dat Woonpartners de eigenaar wordt van die locatie en/of ter plaatse als verhuurster zal optreden. Wat verstaan moet worden onder het in de dagvaarding gebezigde begrip ‘revitaliseren’, maken [eisers] niet duidelijk. Zij stellen dat daartoe deugdelijke aanpassingen moeten worden gedaan, maar laten na om aan te geven waaruit deze moeten bestaan. De tot revitalisering strekkende vordering moet daarom worden afgewezen. Met betrekking tot de vordering, strekkende tot de veroordeling van Woonpartners om met [eiser 4] en [eiser 5] een huurovereenkomst aan te gaan, voert Woonpartners het volgende aan. Aan de [adres eisers] verhuurt zij momenteel de standplaatsen aan de [adres eisers] [huisnummers] De twee andere standplaatsen, [adres eisers] [huisnummers] , zijn zo ingericht dat deze niet kunnen worden gebruikt, teneinde gebruik zonder recht of titel tegen te gaan. Tussen Woonpartners en [eiser 4] bestaat geen contractuele relatie. [eiser 4] is de zoon van [eiser 2] en [eiser 3] Vermoed wordt dat [eiser 4] een toercaravan met voortent op de woonwagenlocatie heeft geplaatst, zonder recht of titel. Woonpartners is niet gehouden om met hem een huurovereenkomst te sluiten en is daartoe niet bereid. Woonwagenplaatsen zijn net als woningen schaars. Daarvoor bestaat een wachtlijst. [eiser 4] heeft zich daarop ingeschreven. Indien er een plaats vrij komt en [eiser 4] is de eerste in de rij, kan hem een woonwagenstandplaats worden toegekend. Een standplaats op de locatie aan de [adres eisers] kan hem niet worden aangeboden omdat dit in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. [eiser 5] had in het verleden een toercaravan bijgeplaatst op de standplaats van [eiser 2] en [eiser 3] aan de [adres eisers] [huisnummer] . Later heeft hij zijn caravan bijgeplaatst op de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummer] . Dit dient Woonpartners volgens het vonnis van de kantonrechter te Gouda d.d. 10 januari 2019 te gedogen. Inmiddels heeft [eiser 5] zijn caravan op de toegangsweg naar de standplaatsen geplaatst. Dit behoeft Woonpartners niet te gedogen. Woonpartners heeft overleg gehad met de gemeente Waddinxveen over het aanbieden van een huurovereenkomst voor een eigen standplaats aan de [adres eisers] . De gemeente Waddinxveen wil niet meewerken aan dit met het bestemmingsplan strijdige gebruik.
2.4
Woonpartners vordert in reconventie, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
1. [eiser 1] te veroordelen om binnen 8 dagen na de betekening van het ten deze te wijzen vonnis de toercaravan met voortent en toebehoren die op 2 juni 2021 geplaatst was nabij de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummers] te [woonplaats eisers] , van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te verwijderen en verwijderd te houden met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
2. [eiser 1] te veroordelen om de opslag van oud-ijzer, schroot en andere zaken op en nabij de standplaatsen aan de [adres eisers] te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
Subsidiair:
3. [eiser 5] te veroordelen om binnen 8 dagen na de betekening van het ten deze te wijzen vonnis de toercaravan met voortent en toebehoren die op 2 juni 2021 geplaatst was nabij de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummers] te [woonplaats eisers] , van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te verwijderen en verwijderd te houden met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
4. [eiser 5] te veroordelen om de opslag van oud-ijzer, schroot en andere zaken op en nabij de standplaatsen aan de [adres eisers] te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
Meer subsidiair:
5. [eiser 2] en [eiser 3] te veroordelen om binnen 8 dagen na de betekening van het ten deze te wijzen vonnis de toercaravan met voortent en toebehoren die op 2 juni 2021 geplaatst was nabij de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummers] te [woonplaats eisers] , van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te verwijderen en verwijderd te houden met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
6. [eiser 2] en [eiser 3] te veroordelen om de opslag van oud-ijzer, schroot en andere zaken op en nabij de standplaatsen aan de [adres eisers] te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
Meer subsidiair:
7. [eiser 4] te veroordelen om binnen 8 dagen na de betekening van het ten deze te wijzen vonnis de toercaravan met voortent en toebehoren die op 2 juni 2021 geplaatst was nabij de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummers] te [woonplaats eisers] , van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te verwijderen en verwijderd te houden met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
8. [eiser 4] te veroordelen om de opslag van oud-ijzer, schroot en andere zaken op en nabij de standplaatsen aan de [adres eisers] te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
Primair, subsidiair en meer subsidiair:
9. [eiser 1] te veroordelen om de opslag van oud-ijzer, schroot en andere zaken op het gehuurde, zoals te zien op de foto die als productie 10 aan de conclusie van antwoord is gehecht, te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
10. [eiser 5] te veroordelen om binnen 8 dagen na de betekening van het ten deze te wijzen vonnis de toercaravan die op 2 juni 2021 geplaatst was op de toegangsweg nabij de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummer] te [woonplaats eisers] , op de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummers] te plaatsen, dan wel te verwijderen en van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] verwijderd te houden met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken, op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
11. [eiser 5] te veroordelen de exploitatie van zijn (oud-)ijzerhandel op de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te staken alsmede de opgeslagen goederen en het oud-(ijzer), al dan niet op aanhangwagens, in (winkel-)karren, kruiwagens, te verwijderen en verwijderd te houden op straffe van een dwangsom ad € 1.000,= per dag, een halve dag voor een hele gerekend;
12. [eisers] te veroordelen in de kosten van deze procedure en de nakosten.
2.5
Woonpartners legt aan haar vorderingen ten grondslag hetgeen zij in conventie heeft aangevoerd en voorts het volgende. Op of nabij de woonwagenstandplaatsen aan de [adres eisers] [huisnummers] is een toercaravan met voortent bijgeplaatst. Inmiddels is daar ook een partytent bij gezet. Woonpartners leidt hieruit af dat de betreffende caravan wordt bewoond. Wie eigenaar is van deze toercaravan is niet duidelijk voor Woonpartners. Feit is dat zij [eisers] geen toestemming heeft gegeven om een toercaravan met voortent en/of partytent (caravan 2 op de als productie 8 door Woonpartners in het geding gebrachte foto) op de zojuist genoemde plek te plaatsen. Bij brief d.d. 14 juli 2020 is aan alle bewoners van de woonwagenlocatie meegedeeld dat zonder recht of titel gebruikt wordt gemaakt van de grond van Woonpartners. Zij zijn voorts gesommeerd om de toercaravan met voortent en aanhorigheden van de locatie te verwijderen en verwijderd te houden. Daaraan is geen gevolg gegeven. Woonpartners is bereid om te gedogen dat [eiser 5] zijn toercaravan op de standplaats [adres eisers] [huisnummers] bijplaatst. Zij behoeft echter niet te gedogen dat [eiser 5] zijn toercaravan buiten de woonwagenstandplaats aan de [adres eisers] [huisnummers] plaatst. [eiser 5] heeft zijn toercaravan op de toegangsweg naar de standplaatsen geplaatst (caravan 1 op de als productie 8 door Woonpartners in het geding gebrachte foto). Door de toercaravan op te stellen zoals [eiser 5] heeft gedaan, bemoeilijkt hij de toegang tot de locatie voor huurders en hulpdiensten. Woonpartners wil dat [eiser 5] zijn toercaravan plaatst op de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummers] of deze van de locatie verwijdert. [eiser 5] heeft onder de naam Handelsonderneming [eiser 5] een oud-ijzerhandel. Deze handel is ingeschreven op het adres [adres eisers] [huisnummer] . Delen van de woonwagenlocatie alsmede het daaromheen liggende terrein wordt door [eiser 5] gebruikt voor de opslag van allerhande zaken, waaronder aanhangers met oud ijzer en schroot. Woonpartners is niet gehouden om dit te gedogen. Zij vordert daarom de veroordeling van [eiser 5] om zijn ijzerhandel op de woonwagenlocatie te staken. Voor zover [eiser 5] zou betwisten dat hij ter plekke een oud-ijzerhandel heeft, vordert Woonpartners de veroordeling van [eiser 1] , [eiser 2] , [eiser 3] en [eiser 4] om de opgeslagen zaken te verwijderen. [eiser 1] heeft op haar standplaats aan de [adres eisers] [huisnummer] een opslag van oud-ijzer en schroot en dergelijke, zoals aangegeven op de door Woonpartners als productie 10 in het geding gebrachte plattegrond met foto. Of zij haar standplaats voor de opslag van oud-ijzer en schroot ter beschikking stelt aan [eiser 5] en/of een of meer derden, weet Woonpartners niet. Feit is dat een opslag van oud-ijzer, metalen, schroot en/of andere zaken op de door [eiser 1] gehuurde standplaats niet is toegestaan. De standplaats is alleen bestemd om te worden bewoond.
2.6
De gemeente Waddinxveen heeft geconcludeerd dat de vorderingen van [eisers] zijn af te wijzen, met veroordeling van hen, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van de procedure. Daartoe voert zij het volgende aan. Omdat het verhuren van standplaatsen, met of zonder woonwagen, niet tot de kerntaken van de gemeente Waddinxveen behoort, heeft zij haar standplaatsen in 2002 overgedragen aan Woonpartners. Het realiseren en verhuren van standplaatsen is sindsdien haar domein. Ook het toewijzen van standplaatsen gebeurt, volgens het bepaalde in de Huisvestingsweg 2014, door Woonpartners.
[eisers] waren voorheen woonachtig op de woonwagenlocatie aan de [adres] . Op die locatie is tussen hen en de andere woonwagenbewoners een conflict ontstaan. Om die reden heeft de gemeente Waddinxveen in 1995 de locatie aan de [adres eisers] ingericht als tijdelijke woonwagenlocatie en zijn [eisers] daar gaan wonen. In de Woonvisie 2012 heeft de gemeente Waddinxveen woonwagenbewoners als aandachtsgroep aangemerkt. Als uitvloeisel daarvan heeft zij in 2012 prestatieafspraken gemaakt met Woonpartners. In 2014 hebben B&W van de gemeente Waddinxveen in het uitwerkingsplan [locatie 3] plan 2 bepaald dat de standplaatsen aan de [adres eisers] worden verplaatst naar een andere locatie. Op 10 februari 2016 heeft de gemeente Waddinxveen het Woonwagenbeleid 2016 bekend gemaakt. Doel van dat beleidsplan is zorg te dragen voor een kwalitatief goede huisvesting voor woonwagenbewoners. In het verlengde daarvan heeft de gemeente Waddinxveen bij raadsbesluit d.d. 5 oktober 2016 het aantal beschikbare standplaatsen in de gemeente uitgebreid. In het overzicht dat daarvan is gegeven, komen de standplaatsen aan de [adres eisers] niet voor. Het besluit hierover is genomen nadat de gemeente Waddinxveen samen met Woonpartners en in overleg met de woonwagenbewoners een plan van aanpak per locatie had vastgesteld. In het raadsbesluit d.d. 5 oktober 2016 is bepaald dat de locatie [adres eisers] wordt verplaatst. Die verplaatsing hangt samen met het vaststellen van het nieuwe, in 2016 in werking getreden bestemmingsplan voor de locatie [adres eisers] . Deze locatie, welke sinds 2002 in eigendom toebehoort aan Woonpartners, is thans bestemd om te worden bebouwd met tien sociale, door Woonpartners te verhuren woningen. Vervolgens zijn aan [eisers] op een nieuwe locatie, de locatie [naam locatie] , bij brieven d.d. 6 juni en 29 september 2016 woonwagenwoningen aangeboden. Met [eisers] is gesproken over de inrichting van deze nieuwe locatie en over hun woonwensen. Op basis van het Sociaal Plan dat de gemeente Waddinxveen op 5 september 2016 had vastgesteld, konden [eisers] aanspraak maken op een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten, terwijl de reguliere huurders voorts aanspraak konden maken op een stimuleringsbijdrage. Op 3 augustus 2017 heeft Woonpartners de huurovereenkomst van de standplaatsen op de [adres eisers] opgezegd. Daarmee stemden [eisers] aanvankelijk in. Zij accepteerden de nieuwe woonwagenwoningen aan de [naam locatie] , zij het onder protest. Zij hebben vervolgens verzoeken ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens, gericht tegen zowel de gemeente Waddinxveen als Woonpartners. Het tegen Woonpartners gerichte verzoek was gebaseerd op de stelling dat de aangeboden woonwagenwoningen niet gelijk zijn te stellen aan woonwagens. Het tegen de gemeente Waddinxveen gerichte verzoek was gebaseerd op de stelling dat de locatie [naam locatie] ongeschikt zou zijn. Het tegen Woonpartners gerichte verzoek is gegrond verklaard. Het tegen de gemeente Waddinxveen gerichte verzoek is ongegrond verklaard. De huurders van de standplaatsen [adres eisers] [huisnummers] zijn verhuisd naar de woonwagenlocatie aan de [locatie 2] . De standplaatsen [adres eisers] [huisnummers] zijn sindsdien feitelijk buiten gebruik gesteld. Omdat [eisers] uiteindelijk niet instemden met huurbeëindiging, heeft Woonpartners een procedure gevoerd bij de kantonrechter. Haar vorderingen heeft de kantonrechter bij vonnis d.d. 10 januari 2019 afgewezen. Doordat [eisers] niet willen verhuizen naar de woonwagenwoningen op de locatie [naam locatie] , en zij ook niet terug willen naar de locatie [adres] , is een patstelling ontstaan. Op andere locaties zijn momenteel geen standplaatsen beschikbaar. Als gevolg daarvan kunnen [eisers] langer verblijven op de locatie [adres eisers] . Op 20 november 2019 heeft Woonpartners aan [eiser 1] , [eiser 2] en [eiser 3] alsmede aan [eiser 5] voor in totaal drie standplaatsen op de [adres eisers] een huurovereenkomst aangeboden. Dit aanbod is niet geaccepteerd en daarmee komen te vervallen. Op 5 juni 2020 heeft Woonpartners aan [eiser 5] een gedoogovereenkomst aangeboden. Ook dit aanbod is niet geaccepteerd en daarmee komen te vervallen. [eiser 1] huurt van Woonpartners de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummer] . [eiser 2] en [eiser 3] huren de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummer] . [eiser 5] , de vader van [eiser 3] had aanvankelijk een caravan geplaatst naast de standplaats die [eiser 2] en [eiser 3] huren. [eiser 5] heeft zijn caravan op enig moment verplaatst naar de standplaats die [eiser 1] huurt. Zijn caravan kwam daarmee te staan op een plek die daarvoor niet is bestemd. [eiser 5] handelt hiermee in strijd met het vóór 2016 geldende bestemmingsplan, dat slechts 1 woonwagen toestond per standplaats. [eiser 5] heeft geen formele toestemming gekregen van de gemeente Waddinxveen om een caravan op de standplaats van [eiser 1] of elders op de locatie aan de [adres eisers] te plaatsen. Zijn aanwezigheid wordt slechts gedoogd; hij heeft geen huurovereenkomst met Woonpartners. [eiser 4] is de zoon van [eiser 2] en [eiser 3] Hij heeft geen zelfstandige standplaats op de locatie aan de [adres eisers] , maar heeft een eigen caravan bijgeplaatst, gedeeltelijk op de standplaats met nummer [huisnummer] , gedeeltelijk op nummer [huisnummer] , niet zijnde een plek die is bestemd als standplaats. Hij kan geen aanspraak maken op een standplaats aan de [adres eisers] . Hij komt alleen in aanmerking voor een standplaats indien er een standplaats vrij komt en hij volgens het toewijzingsbeleid aan de beurt is. Voor zover de vorderingen van [eisers] strekken tot het toewijzen van standplaatsen en het sluiten van huurovereenkomsten, zijn deze kennelijk gericht tegen Woonpartners en niet tegen de gemeente Waddinxveen . [eisers] leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat de gemeente Waddinxveen jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld. Feitelijk strekken hun vorderingen tot de veroordeling van de gemeente Waddinxveen om ten behoeve van hen op een locatie in Waddinxveen het bestemmingsplan te wijzigen dan wel een besluit te nemen op grond waarvan zij gerechtigd zijn een locatie in Waddinxveen te gebruiken in strijd met het voor die locatie geldende bestemmingsplan. Alleen de locaties die zijn genoemd in het raadsbesluit van 5 oktober 2016 zijn immers bestemd om te worden gebruikt als standplaatsen voor woonwagens. Omdat de locatie aan de [adres eisers] sinds 2016 niet meer is bestemd als woonwagenlocatie, strekt ook de subsidiaire vordering tot wijziging van het bestemmingsplan of tot het nemen van een besluit tot gebruik in strijd met het bestemmingsplan. [eisers] kunnen de Gemeente Waddinxveen verzoeken een besluit te nemen om het bestemmingsplan op een locatie te wijzigen, of om gebruik in strijd met het geldende bestemmingsplan toe te staan. Voor het afdwingen van een dergelijk besluit staat voor [eisers] de bestuursrechtelijke weg open. Om die reden moet de civiele rechter hen niet ontvankelijk verklaren in hun vorderingen. Om aan de vorderingen van [eisers] te kunnen voldoen, dient de gemeenteraad een besluit te nemen. Een veroordeling van de gemeente zelf, biedt geen uitkomst: de gemeenteraad maakt haar eigen afweging, die met alle bestuursrechtelijke waarborgen is omkleed, ook ter bescherming van de belangen van derden. [eisers] stellen niet dat de gemeente Waddinxveen hen heeft toegezegd op een andere locatie standplaatsen open te stellen, of dat zij permanent op de [adres eisers] kunnen blijven wonen. Dergelijke toezeggingen heeft de gemeente Waddinxveen ook niet gedaan. De gemeente heeft wel algemeen beleid geformuleerd, een raadsbesluit genomen en plannen opgesteld die het algehele woonwagenbeleid in Waddinxveen betreffen. Dergelijke algemene beleidsvoornemens en besluiten zijn niet aan de merken als concrete toezeggingen die specifiek gericht zijn op [eisers] , en zijn daarmee niet civielrechtelijk afdwingbaar. Een rechtens relevant vertrouwen dat een bestemmingsplan zal worden gewijzigd, kan slechts door de Raad worden gewekt. Voor zover de gemeente Waddinxveen verwachtingen gewekt zou hebben, kunnen deze niet aan de Raad worden toegerekend. Van belang is verder dat de gemeente Waddinxveen de Raad niet kan dwingen om het bestemmingsplan te wijzigen. [eisers] stellen dat de gemeente Waddinxveen onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld, maar zij onderbouwen die stelling niet. Zij stellen en onderbouwen voorts niet dat zij als gevolg van het handelen van de gemeente Waddinxveen schade hebben geleden of lijden. De vordering, strekkende tot het revitaliseren van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] is niet toewijsbaar omdat deze niet is gespecificeerd.
2.7
De rechtbank overweegt het volgende.
2.8
Bij het incidentele vonnis dat de rechtbank op 17 februari 2021 in deze procedures heeft gewezen, heeft de rechtbank de procedure tussen [eisers] en Woonpartners verwezen naar de kantonrechter te Gouda. In hetzelfde vonnis heeft de rechtbank overwogen dat het wenselijk is dat in de procedure tussen [eisers] en de gemeente Waddinxveen wordt beslist op een wijze die consistent is met de beslissing in de procedure tussen [eisers] en Woonpartners. De rechtbank heeft daarom met de kantonrechter Gouda afgestemd dat de mondelinge behandeling in beide zaken gelijktijdig zal worden gehouden op één terechtzitting door één zittingsrechter, waarbij deze zittingsrechter in de procedure tussen [eisers] en Woonpartners zal optreden als kantonrechter, terwijl deze zittingsrechter in de procedure tussen [eisers] en de gemeente Waddinxveen zal optreden als rechter van de rechtbank. Deze terechtzitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2021. Bij dit vonnis wordt in beide zaken beslist.
2.9
In de procedure tussen [eisers] en de gemeente Waddinxveen en in de procedure tussen [eisers] en Woonpartners, staat het volgende vast:
1. in 1995 heeft de gemeente Waddinxveen aan de [adres eisers] te Waddinxveen een tijdelijke woonwagenlocatie met vier standplaatsen gerealiseerd, na een conflict tussen verschillende families, toentertijd woonachtig op de woonwagenlocatie aan de [adres] te [woonplaats eisers] ;
2. de gemeente Waddinxveen heeft met ingang van 1 april 1995 aan [eiser 1] verhuurd een standplaats met bijbehorende berging en sanitaire voorziening op de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te [woonplaats eisers] , welke standplaats plaatselijk bekend is als [adres eisers] [huisnummer] ; de gemeente Waddinxveen is met ingang van 18 november 1995 op die standplaats verder aan [eiser 1] gaan verhuren een woonwagen;
3. Woonpartners heeft met ingang van 1 januari 2003 aan [eiser 3] verhuurd de standplaats met berging, sanitaire voorziening en (destijds) woonwagen op de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] , welke standplaats plaatselijk bekend is als [adres eisers] [huisnummer] ; [eiser 2] is medehuurder van deze standplaats met berging, sanitaire voorziening; zij hebben op deze locatie (thans) een eigen woonwagen;
4. de gemeente Waddinxveen heeft de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te [woonplaats eisers] in 2002 in eigendom overgedragen aan Woonpartners – zodat zij vanaf de eigendomsoverdracht ook de verhuurster is van [eiser 1] ; in de Raamovereenkomst van maart 2002 die de gemeente Waddinxveen daartoe met Woonpartners heeft gesloten, wordt melding gemaakt van het voornemen van de gemeente Waddinxveen en Woonpartners om de tijdelijke woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te verplaatsen naar een nieuwe, door Woonpartners te ontwikkelen woonwagenlocatie in de gemeente Waddinxveen ; in het kader van de overdracht van (onder meer) de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] in 2002 heeft de gemeente Waddinxveen ook de bevoegdheid tot het toewijzen van standplaatsen op (onder meer) die woonwagenlocatie overgedragen aan Woonpartners;
5. in 2016 heeft de gemeente Waddinxveen het beleidsplan Woonwagenbeleid 2016 vastgesteld; als doelstelling is in dit plan geformuleerd:
Kwalitatief goed en leefbaar woon- en leefklimaat bieden voor de doelgroep die op de woonwagenlocaties woont en wil wonen. (leefbaarheid, goede onderhoudssituatie aan openbare ruimte en voldoen aan wet- en regelgeving); de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] is in dit plan aangewezen als verplaatsingslocatie
met als uiteindelijk resultaat dat aan de [adres eisers] geen woonwagenlocatie meer zal bestaan;
6. de gemeente Waddinxveen heeft het aantal woonwagenstandplaatsen in de gemeente Waddinxveen op 5 oktober 2016 uitgebreid en vastgesteld op 26 standplaatsen in totaal; in hetzelfde jaar heeft zij opgesteld het Sociaal Plan Herstructurering woonwagenlocaties Waddinxveen ; daarin zijn (onder meer) de condities bepaald waaronder woonwagenbewoners verplaatst kunnen worden naar (onder) meer een reguliere huurwoning, een nieuwe standplaats of een woonwagenwoning; paragraaf 5.2 van dit plan bepaalt daarover:
5.2.1
Voor huurders van een standplaats die wordt opgeheven in het kader van het herstructureringsproces en die niet verhuizen naar een reguliere huurwoning van een woningcorporatie, bestaat de mogelijkheid om een andere, nieuwe, standplaats of woonwagenwoning aangeboden te krijgen.
5.2.2
Op grond van het huurrecht dient er in bepaalde gevallen sprake te zijn van een aanbod van andere passende, woonruimte. Hiervan is onder meer sprake bij de aanbieding van een andere standplaats of woonwagenwoning op een geherstructureerd woonwagencentrum (…).
7. in 2017 heeft de Raad van de gemeente Waddinxveen , in het kader van het in 2009 vastgestelde Bestemmingsplan [locatie 3] , vastgesteld Uitwerkingsplan 4, 2017 [naam locatie] ; bij dit plan is een grondgebied aan de [naam locatie] bestemd als woonwagenlocatie; Woonpartners heeft op die locatie vier woonwagenwoningen gerealiseerd;
8. op 14 juli 2016 heeft de Raad van de gemeente Waddinxveen vastgesteld het Bestemmingsplan [adres eisers] ; dit plan voorziet in de bouw van tien sociale huurwoningen op de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] ; in artikel 11.2 van dit plan is onder meer het volgende bepaald:
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
(…)
9. bij brieven d.d. 2 en 3 augustus 2017 heeft Woonpartners de huurovereenkomsten met [eiser 1] en [eiser 2] en [eiser 3] opgezegd op basis artikel 7:274 lid 1 sub c (dringend eigen gebruik) en sub e (verwezenlijking bestemmingsplan) BW tegen 1 juli 2018, met het aanbod om hun een woonwagenwoning ter beschikking te stellen op de woonwagenlocatie aan de [naam locatie] ; op 13 september 2017 hebben zij daar onder protest mee ingestemd, onder de voorwaarde dat een vaststellingsovereenkomst tot stand komt met betrekking tot de aangeboden alternatieve huisvesting op de woonwagenlocatie aan de [naam locatie] ; de bewoners van de standplaatsen aan de [adres eisers] [huisnummers] zijn verhuisd naar de woonwagenlocatie aan de [locatie 2] ;
10. [eiser 5] heeft vanaf omstreeks het najaar van 2002 een caravan geplaatst op de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] ; in 2002 is deze aangetroffen op de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummer] ; bij brief d.d. 11 december 2002 heeft de gemeente Waddinxveen hem bericht dat de aanwezigheid van zijn caravan wordt gedoogd in verband met de aangekondigde opheffing van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] ; bij brief d.d. 3 augustus 2017 heeft Woonpartners het gebruik dat [eiser 5] van de woonwagenlocatie maakt opgezegd tegen 1 juli 2018; ook hem is een woonwagenwoning aangeboden op de woonwagenlocatie aan de [naam locatie] ; ook hij heeft dit aanbod op 13 september 2017 onder protest geaccepteerd, onder de voorwaarde dat een vaststellingsovereenkomst tot stand komt met betrekking tot de aangeboden alternatieve huisvesting op de woonwagenlocatie aan de [naam locatie] ;
11. voordien, op 28 augustus 2017, hebben [eiser 1] , [eiser 5] , [eiser 2] en [eiser 3] aan het College voor de Rechten van de Mens verzocht of Woonpartners en de gemeente Waddinxveen jegens hen verboden onderscheid maken op grond van ras; op 24 januari 2018 heeft het College beslist dat dit wat de gemeente Waddinxveen betreft niet het geval is; wat Woonpartners betreft heeft het College beslist dat dit wel het geval is, omdat de door Woonpartners aangeboden woonwagenwoningen niet gelijk zijn te stellen aan woonwagens en daarom niet aansluit bij hun cultuur;
12. de sub 9 en 10 bedoelde vaststellingsovereenkomst is niet tot stand gekomen; Woonpartners heeft daarom gevorderd dat de kantonrechter op basis van de gedane (huur)opzeggingen het tijdstip bepaalt waarop de huurovereenkomsten met [eiser 1] en [eiser 2] en [eiser 3] eindigen, met veroordeling van [eisers] om de standplaatsen aan de [adres eisers] te ontruimen; [eiser 4] woonde ten tijde van het aanhangig maken van de procedure in bij zijn ouders, [eiser 2] en [eiser 3]
13. bij vonnis d.d. 10 januari 2019 heeft de kantonrechter de vorderingen van Woonpartners afgewezen, omdat (kort samengevat) de aangeboden woonwagenwoningen niet gelijk gesteld kunnen worden aan woonwagens;
14. bij brieven d.d. 20 november 2019 heeft Woonpartners aan [eiser 1] en [eiser 2] en [eiser 3] bericht dat zij de huurovereenkomsten met hen voortzet totdat zij hun huurovereenkomsten opzeggen, of doordat deze overeenkomsten om andere geldige juridische redenen eindigen; bij brief van dezelfde datum hebben Woonpartners en de gemeente Waddinxveen [eiser 5] onder voorwaarden het aanbod gedaan om hem te verhuren de standplaats plaatselijk bekend [adres eisers] [huisnummer] ; [eiser 5] heeft de gestelde voorwaarden niet geaccepteerd, zodat met hem geen huurovereenkomst tot stand is gekomen; [eiser 5] heeft de door hem bewoonde toercaravan inmiddels op de toegangsweg naar de standplaatsen aan de [adres eisers] geplaatst; Woonpartners gedoogt dat [eiser 5] zijn caravan bijplaats op de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummers] ; op de plek waar hij zijn caravan thans heeft staan, gedoogt Woonpartners zijn caravan niet;
15. op een deel van de standplaats aan de [adres eisers] [huisnummer] en op een deel van de naastliggende, braak liggende, aan Woonpartners in eigendom toebehorende grond vindt de opslag plaats van oud-ijzer en schroot en dergelijke; Woonpartners heeft [eisers] bij brief d.d. 14 juli 2020 gesommeerd om het oud-ijzer en dergelijke van de locatie te verwijderen; hieraan is geen gevolg gegeven; bij dezelfde brief zijn zij gesommeerd om de caravan te verwijderen die zonder de toestemming van Woonpartners is geplaatst nabij de (voormalige) standplaatsen aan de [adres eisers] [huisnummers]
2.1
Met betrekking tot de vorderingen van [eisers] , voor zover deze zijn ingesteld tegen de gemeente Waddinxveen , overweegt de rechtbank het volgende:
a. [eisers] vorderen de gemeente Waddinxveen te gelasten een nieuwe woonwagenlocatie aan te wijzen voor [eisers] , waar vier standplaatsen en twee huurwoonwagens ter beschikking moeten worden gesteld; deze vordering strekt er kennelijk toe om de gemeente Waddinxveen te verplichten een niet nader door [eisers] omschreven grondstuk in haar gemeente aan te wijzen als woonwagenlocatie, zodat zij aldaar legaal kunnen wonen, althans een toelichting waaruit blijkt dat deze vordering in redelijkheid anders is uit te leggen, is niet gegeven; daarmee strekt deze vordering kennelijk tot de veroordeling van de gemeente Waddinxveen om een niet nader omschreven grondstuk in haar gemeente ten behoeve van [eisers] te bestemmen tot de door hen gewenste woonwagenlocatie; de bevoegdheid om een grondstuk in de gemeente Waddinxveen tot woonwagenlocatie te bestemmen, berust echter niet bij de gemeente Waddinxveen , maar bij de Gemeenteraad van de gemeente Waddinxveen (artikel 3.1 Wet Ruimtelijke Ordening), terwijl de daarvoor geldende procedure een met voldoende waarborgen omgeven administratiefrechtelijke rechtsgang kent, zodat de civiele rechter hier geen taak heeft; de hier aan de orde zijnde vordering kan daarom bij eindvonnis niet worden toegewezen; daarbij is ook van belang dat niet is gebleken dat de gemeente Waddinxveen [eisers] heeft toegezegd om de door hen gewenste woonwagenlocatie te realiseren;
b. [eisers] vorderen de veroordeling van de gemeente Waddinxveen om de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te revitaliseren en deugdelijke aanpassingen te doen, om te bewerkstelligen dat deze locatie permanent door [eisers] kan worden bewoond; omdat niet de gemeente Waddinxveen , maar Woonpartners de eigenaar en verhuurder is van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] , kan deze vordering bij eindvonnis reeds om deze reden niet worden toegewezen.
2.11
Met betrekking tot de vorderingen van [eisers] , voor zover deze zijn ingesteld tegen Woonpartners, overweegt de kantonrechter het volgende:
a. [eisers] vorderen Woonpartners te gelasten een nieuwe woonwagenlocatie aan te wijzen voor [eisers] , waar vier standplaatsen en twee huurwoonwagens ter beschikking moeten worden gesteld; deze vordering strekt er kennelijk toe om Woonpartners te verplichten een niet nader door [eisers] omschreven grondstuk in de gemeente Waddinxveen aan te wijzen als woonwagenlocatie, zodat zij aldaar legaal kunnen wonen, althans een toelichting waaruit blijkt dat deze vordering in redelijkheid anders is uit te leggen, is niet gegeven; daarmee strekt deze vordering kennelijk tot de veroordeling van Woonpartners om een niet nader omschreven grondstuk in de gemeente Waddinxveen ten behoeve van [eisers] te bestemmen tot de door hen gewenste woonwagenlocatie; de bevoegdheid om een grondstuk in de gemeente Waddinxveen tot woonwagenlocatie te bestemmen, berust echter niet bij Woonpartners, maar bij de Gemeenteraad van de gemeente Waddinxveen (artikel 3.1 Wet Ruimtelijke Ordening), terwijl de daarvoor geldende procedure een met voldoende waarborgen omgeven administratiefrechtelijke rechtsgang kent, zodat de civiele rechter hier geen taak heeft; de hier aan de orde zijnde vordering kan daarom bij eindvonnis niet worden toegewezen; daarbij is ook van belang dat niet is gebleken dat Woonpartners [eisers] heeft toegezegd om de door hen gewenste woonwagenlocatie te realiseren;
b. [eisers] vorderen Woonpartners te gelasten een huurovereenkomst aan te gaan met [eisers] met betrekking tot de standplaatsen en/of huurwoonwagens op de door hen gewenste nieuwe woonwagenlocatie; nu de zojuist sub a genoemde vordering niet kan worden toegewezen, kan ook deze vordering reeds daarom bij eindvonnis niet worden toegewezen;
c. [eisers] vorderen de veroordeling van Woonpartners om de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te revitaliseren en deugdelijke aanpassingen te doen om te bewerkstelligen dat deze locatie permanent door [eisers] kan worden bewoond; artikel 7:206 BW bepaalt dat de verhuurder verplicht is op verlangen van de huurder gebreken – niet zijnde gebreken in de zin van artikel 7:217 BW – te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen; voor zover een verhuurder op verlangen van een huurder de gebreken niet herstelt, zal de huurder kunnen vorderen dat de rechter zijn verhuurder veroordeelt om de gebreken te herstellen; in de daartoe strekkende vordering zullen de te herstellen gebreken voldoende duidelijk moeten worden omschreven; met hun vordering om Woonpartners te veroordelen de woonwagenlocatie aan [adres eisers] te revitaliseren, is deze omschrijving niet gegeven; de hier aan de orde zijnde vordering kan daarom bij eindvonnis niet worden toegewezen; voor zover de vordering van [eisers] strekt tot de veroordeling van Woonpartners om de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] te renoveren, kan deze bij eindvonnis evenmin worden toegewezen; artikel 7:220 BW kent weliswaar een regeling betreffende de renovatie van gebouwde onroerende zaken, maar deze ziet op renovatie op voorstel van de verhuurder; behoudens bijzondere omstandigheden, die ten deze niet zijn gebleken, heeft een huurder geen aanspraak op renovatie, maar wel op het herstel van gebreken; dat de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] zich in een zodanige toestand bevindt dat deze gerenoveerd moet worden, is overigens niet (voldoende) gebleken;
d. [eisers] , althans [eiser 4] en [eiser 5] , vorderen de veroordeling van Woonpartners om met [eiser 4] en [eiser 5] een huurovereenkomst aan te gaan; feiten en omstandigheden die tot de conclusie kunnen leiden dat Woonpartners daartoe enigerlei verplichting heeft, zijn niet gesteld of anderszins gebleken; gebleken is bovendien niet dat er – in aanmerking nemende dat de standplaatsen aan de [adres eisers] [huisnummers] niet langer, vanwege het ter plaatse geldende, hierboven geciteerde overgangsrecht, verhuurd mogen worden – standplaatsen beschikbaar zijn; ook deze vorderingen zijn derhalve bij eindvonnis af te wijzen; voor zover [eiser 4] en [eiser 5] een standplaats willen huren in de gemeente Waddinxveen , zullen zij daarvoor alleen in aanmerking kunnen komen volgens het daarvoor ter plaatse geldende woonruimte-/standplaatsen-verdelingssysteem.
2.12
Met betrekking tot de vorderingen die Woonpartners heeft ingesteld tegen [eisers] , overweegt de kantonrechter het volgende. Alvorens op deze vorderingen te kunnen beslissen heeft de kantonrechter behoefte aan nadere informatie over de aard en omvang van de door Woonpartners gestelde opslag van oud-ijzer en schroot en dergelijke, de eigendom van de bijgeplaatste caravans, de precieze situering van deze caravans en de mogelijkheden om deze te verplaatsen naar een andere plek op de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] . Om die reden gelast de kantonrechter bij dit vonnis een plaatsopneming en bezichtiging van de woonwagenlocatie aan de [adres eisers] , welke zal plaatsvinden op na te melden tijdstip. Partijen dienen bij de plaatsopneming en bezichtiging aanwezig te zijn.
2.13
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank/kantonrechter:
in de procedure tussen [eisers] en de gemeente Waddinxveen :
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de procedure tussen [eisers] en Woonpartners:
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de procedure tussen Woonpartners en [eisers] :
gelast een plaatsopneming en bezichtiging van de woonwagenlocatie en de zich daar bevindende standplaatsen aan de [adres eisers] te [woonplaats eisers] , welke plaatsopneming en bezichtiging zal plaatsvinden te
20 januari 2022 vanaf 14.00 uur;
bepaalt dat de griffier het proces-verbaal van de plaatsopneming en bezichtiging ter griffie moet deponeren binnen 14 dagen na de dag waarop deze wordt gehouden en dat de griffier het proces-verbaal binnen die termijn aan partijen moet toezenden;
bepaalt dat aan het einde van de plaatsopneming en bezichtiging besproken wordt of de zaak terug moet naar de rol voor het nemen van aktes, en zo ja op welke roldatum, of dat dadelijk een datum voor vonnis kan worden bepaald;
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Nijenhuis, (kanton)rechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting van 11 november 2021.