ECLI:NL:RBDHA:2021:16427
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit en de vraag naar de Nederlandse nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 september 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit dat aan eiseres was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, die in Nederland verblijft, heeft betoogd dat zij rechtmatig verblijf heeft omdat zij vermoedelijk de Nederlandse nationaliteit bezit. Dit zou blijken uit documenten die haar familiegeschiedenis ondersteunen, waaronder een paspoort van haar oma en een verklaring van erfrecht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat zij de Nederlandse nationaliteit heeft. De rechtbank benadrukt dat het aan eiseres is om aannemelijk te maken dat zij rechtmatig verblijf heeft, maar dat de overgelegde documenten niet voldoende zijn om deze claim te onderbouwen. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien om de procedure aan te houden in afwachting van nieuwe bewijsstukken, aangezien de gemachtigde van eiseres ter zitting heeft aangegeven dat er op korte termijn geen nieuwe documenten verwacht worden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat het terugkeerbesluit van de staatssecretaris in stand blijft. Eiseres kan binnen vier weken na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.