ECLI:NL:RBDHA:2021:16463
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- L.M. Reijnierse
- L.M. Janssens - Kleijn
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielprocedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, van Syrische nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 januari 2021 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 29 januari 2021, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. J.J.T. van Loo, en een tolk, A. Baban. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. S.H.M. Maas. Tijdens de zitting is het onderzoek geschorst om partijen in de gelegenheid te stellen nadere informatie in te brengen. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten het onderzoek te sluiten zonder een nadere zitting.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL21.280, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.