ECLI:NL:RBDHA:2021:16465
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M.P. Glerum
- E.H.W. Schierbeek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening in asielzaak na ongegrondverklaring beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde mr. B.A. Palm, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 3 juni 2021, waar verzoeksters en hun gemachtigde aanwezig waren. Tijdens de zitting was ook een tolk en een deskundige aanwezig. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er op 11 juni 2021 al uitspraak was gedaan in de aanverwante zaken, waardoor de verzoeken om voorlopige voorzieningen niet meer nodig waren. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. M.P. Glerum, in aanwezigheid van griffier mr. E.H.W. Schierbeek. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.