ECLI:NL:RBDHA:2021:16469
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van dienstweigering of desertie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 juni 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Agayev, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser was niet verschenen op de zitting, maar zijn gemachtigde had het beroep ingesteld tegen het besluit van 4 mei 2021. De rechtbank heeft de zaak behandeld samen met een andere zaak (NL21.7143) en heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat er geen grond is voor het oordeel dat het bestreden besluit onrechtmatig is. Eiser had aangevoerd dat hij gevaar loopt bij terugkeer naar zijn land van herkomst en dat het besluit in strijd is met artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM). Echter, de rechtbank oordeelde dat eiser zijn standpunt niet voldoende had onderbouwd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de rechtmatigheid van het besluit. De rechtbank concludeerde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet 2000 en dat de aanvraag terecht was afgewezen.
De uitspraak werd openbaar gemaakt op 14 juni 2021 en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.