Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1496,-.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 september 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Gambiaanse man geboren in 1989, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De staatssecretaris oordeelde dat het relaas van eiser ongeloofwaardig was, met name wat betreft zijn homoseksuele gerichtheid en de omstandigheden van zijn betrapping in Gambia. Eiser was het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 1 september 2021 heeft eiser zijn standpunten toegelicht, waarbij hij betoogde dat de staatssecretaris zijn verklaringen over zijn privéleven te oppervlakkig had beoordeeld. Eiser stelde dat hij altijd zijn homoseksualiteit heeft geaccepteerd en dat de staatssecretaris ten onrechte twijfels had over de duur van zijn relatie met zijn partner. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich op het standpunt had kunnen stellen dat eiser onvoldoende inzicht had gegeven in zijn gedachten en gevoelens over zijn homoseksualiteit, maar dat de tegenstrijdigheid over de duur van de relatie niet tegen eiser mocht worden gebruikt.
De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de asielaanvraag op basis van de ongeloofwaardigheid van eisers homoseksuele gerichtheid en de omstandigheden van de betrapping niet kon standhouden. Desondanks werd het beroep ongegrond verklaard, omdat de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris deugdelijk had gemotiveerd waarom hij de homoseksualiteit van eiser ongeloofwaardig vond. De rechtbank heeft verweerder wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1496,-.