ECLI:NL:RBDHA:2021:16587

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 september 2021
Publicatiedatum
13 juli 2022
Zaaknummer
NL21.13031
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F.S. Boedhoe, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M.M.E. Disselkamp, was afgewezen. Het bestreden besluit dateert van 4 augustus 2021 en werd door verzoeker bestreden door beroep in te stellen. Tijdens de zitting op 1 september 2021, waar zowel verzoeker als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden, werd het verzoek om voorlopige voorziening behandeld.

De voorzieningenrechter overwoog dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een gerelateerde zaak (zaaknummer NL21.13030), waardoor een voorlopige voorziening niet meer noodzakelijk was. Om deze reden werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier mr. M.P.M. Veerman-Timmer, en werd op 9 september 2021 bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.13031
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. F.S. Boedhoe), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. M.M.E. Disselkamp).

Procesverloop

Bij besluit van 4 augustus 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep met zaaknummer NL21.13030, op 1 september 2021 op zitting behandeld. Verzoeker en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.13030, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.P.M. Veerman-Timmer, griffier. De beslissing is uitgesproken en bekendgemaakt op 9 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op www.rechtspraak.nl.

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.