ECLI:NL:RBDHA:2021:16592

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2021
Publicatiedatum
13 juli 2022
Zaaknummer
NL21.14606
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, die stelt de Oekraïense nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 1967, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen op 8 september 2021, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 7 oktober 2021, waar verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde, mr. A. Szirmai, en een tolk, I.A. Remizova. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. P.M.W. Jans. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL21.14605, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van griffier mr. A.M. Zwijnenberg, en is op 15 oktober 2021 bekendgemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.14606
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A. Szirmai), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. P.M.W. Jans).

Procesverloop

Bij besluit van 8 september 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL21.14605, op 7 oktober 2021 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen I.A. Remizova. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoekster stelt de Oekraïense nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] 1967.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.14605, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Zwijnenberg, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op
15 oktober 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.