ECLI:NL:RBDHA:2021:16601
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Nigeriaan wegens gebrek aan geloofwaardige onderbouwing van gestelde problemen
Op 6 oktober 2021 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de asielzaak van een Nigeriaanse eiser. De eiser, die in 1989 is geboren en zowel de Zuid-Afrikaanse als Nigeriaanse nationaliteit heeft, had op 25 september 2019 asiel aangevraagd in Nederland. De aanvraag werd op 15 september 2021 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de gestelde problemen in Nigeria niet aannemelijk waren gemaakt. De eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar verscheen niet op de zitting, terwijl de gemachtigde van de verweerder wel aanwezig was.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de verklaringen van de eiser over de problemen in Nigeria niet geloofwaardig zijn. De rechtbank benadrukt dat het aan de eiser is om zijn asielmotieven duidelijk te maken en dat hij niet kan verwachten dat de verweerder nader onderzoek doet naar zijn situatie. De rechtbank concludeert dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Nigeria problemen zal ondervinden. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de eiser, ondanks zijn tweede nationaliteit, geen recht heeft op een asielvergunning en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak van de rechtbank is gedaan door mr. M.C. Verra en is openbaar gemaakt. Eiser kan binnen vier weken na de uitspraak in beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met de beslissing.