ECLI:NL:RBDHA:2021:16615

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 oktober 2021
Publicatiedatum
19 juli 2022
Zaaknummer
NL21.8491
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijf bij partner op basis van onvoldoende bewijs van duurzame en exclusieve relatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser, een Surinaamse man, voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in Nederland. Eiser had de aanvraag ingediend om bij zijn partner, referent [A], te kunnen verblijven. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat eiser niet had aangetoond dat er sprake was van een duurzame en exclusieve relatie met referent. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd om de duurzaamheid en exclusiviteit van de relatie aan te tonen. Eiser had verschillende bewijsstukken overgelegd, waaronder vliegtickets, chatberichten en getuigenverklaringen, maar de rechtbank oordeelde dat deze stukken niet overtuigend genoeg waren. De rechtbank benadrukte dat het aan eiser was om voldoende bewijs te leveren bij de aanvraag en dat de overgelegde stukken in onderlinge samenhang onvoldoende waren om de relatie te onderbouwen.

Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de Staatssecretaris niet onzorgvuldig had gehandeld door eiser niet te horen in de bezwaarfase, aangezien de aanvraag en de bezwaarprocedure niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. Eiser werd erop gewezen dat hij binnen vier weken na de uitspraak een beroepschrift kon indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens was met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amersfoort Bestuursrecht zaaknummer: NL21.8491
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] geboren op [geboortedatum] 1954 van Surinaamse nationaliteit,eiser V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. L.M. Straver), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. I.E. Lemmers)

Procesverloop

Bij besluit van 27 november 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser van 25 september 2020 tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf afgewezen.
Bij besluit van 7 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser kennelijk ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 september 2021. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. [A] (referente) is ook ter zitting verschenen. Als getuige is verschenen [getuige] , de zus van referente.

Overwegingen

Inleiding
1. Eiser is van Surinaamse nationaliteit en hij is geboren op [geboortedatum] 1954. Hij heeft een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) aangevraagd voor het doel ‘Verblijf als familie- of gezinslid bij zijn partner [A] ’ in Nederland.
Het bestreden besluit
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder zijn primaire besluit gehandhaafd. De aanvraag voor afgifte van een mvv is afgewezen omdat niet is voldaan aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 16 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Verweerder heeft hieraan ten grondslag gelegd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een duurzame en exclusieve relatie met referente, die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn is te stellen.1 Volgens verweerder is er geen enkel bewijs overgelegd waaruit blijkt
1. Zoals omschreven in artikel 3.14, eerste lid, aanhef en onder b van het Vreemdelingenbesluit.
dat eiser referente daadwerkelijk, herhaaldelijk, en voor langere perioden in levenden lijve heeft ontmoet. De overgelegde bewijsstukken (geldtransfers, vliegbewijzen, reisstempels, chatberichten en het verzenden van pakketjes) maken volgens verweerder aannemelijk dat er een relatie tussen eiser en referente bestaat, maar niet dat dit persé een duurzame en exclusieve relatie zou zijn. Volgens verweerder had eiser, ondanks dat de telefoon van referente was gestolen waardoor geen foto’s konden worden overgelegd, de relatie met referente door middel van overtuigende bewijsstukken uit verschillende en langere perioden kunnen onderbouwen. De overgelegde bewijsstukken zijn volgens verweerder in onderlinge samenhang onvoldoende om aan te tonen dat sprake is van een duurzame en exclusieve relatie.
Duurzame en exclusieve relatie
3. Eiser voert aan dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat niet is gebleken dat sprake is van een duurzame en exclusieve relatie met referente. Eiser heeft verschillende bewijsstukken overgelegd, waaruit blijkt dat hij en referente een duurzame en exclusieve relatie met elkaar hebben. In de bijlage ‘Vragenlijst voor verblijf bij partner’ heeft eiser informatie gegeven over zijn relatie met referente, wanneer zij elkaar hebben leren kennen, hoe zij invulling geven aan hun relatie en hoe zij hun relatie onderhouden. Om de relatie verder te onderbouwen heeft eiser vliegtickets overgelegd waaruit blijkt dat hij in de perioden van 23 juni 2019 tot en met 13 juli 2020, 22 juli 2019 tot 2 oktober 2019 en 28 december 2019 tot en met 13 januari 2020 samen met referente is geweest. Naast deze bewijsstukken heeft eiser bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat hij en referente elkaar pakketjes met cadeaus toesturen. Ook heeft eiser foto’s overgelegd van zijn tatoeage met daarop zijn naam en die van referente. Om de relatie verder te onderbouwen heeft eiser een selectie van screenshots van Whatsappberichten tussen hem en referente overgelegd en verklaringen van de broers van eiser en de zus van referente, waarin zij verklaren op de hoogte te zijn van de relatie tussen eiser en referente. Verder stelt eiser dat geen foto’s van hen samen overgelegd kunnen worden omdat de telefoon van referente is gestolen. Ter staving hiervan is een proces-verbaal van aangifte overgelegd. Verweerder moet volgens eiser alle overgelegde bewijsstukken in samenhang met elkaar beoordelen. Dit is in het bestreden besluit ten onrechte niet gedaan. Tot slot voert eiser aan dat vanwege de Coronapandemie het sinds maart 2020 niet mogelijk is geweest om elkaar fysiek te ontmoeten.
4. De rechtbank overweegt als eerste dat het op de weg van eiser als aanvrager van de mvv is om aannemelijk te maken dat hij een duurzame en exclusieve relatie heeft met referente, onder andere door middel van het overleggen van voldoende bewijsstukken bij de aanvraag. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de bewijsstukken die eiser bij de aanvraag heeft overgelegd onvoldoende mogen vinden om vast te kunnen stellen dat sprake was van een duurzame en exclusieve relatie met referente, die in voldoende mate op één lijn is te stellen met een huwelijk. Het standpunt van eiser dat hij en referente in de toekomst willen trouwen maakt dat niet anders, omdat al op het moment dat verweerder de aanvraag beoordeelt sprake dient te zijn van een duurzame en exclusieve relatie. Verder volgt de rechtbank verweerder in zijn standpunt dat de door eiser overgelegde vliegtickets geen bewijs vormen van het bestaan van een duurzame en exclusieve relatie. Uit deze tickets kan niet worden afgeleid dat eiser en referente elkaar in de betreffende perioden daadwerkelijk voor een langere periode hebben gezien en tijd met elkaar hebben doorgebracht.
6. Ook de door eiser overgelegde screenshots van de chatberichten tussen eiser en referente heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende mogen vinden om aan te tonen dat sprake is van een duurzame en exclusieve relatie. Uit deze berichten is niet op te maken dat zij spreken over de ontwikkeling van hun relatie, hun toekomstverwachtingen en/of toekomstplannen. Verweerder heeft daarom mogen stellen dat deze berichten te beperkt zijn en zodoende onvoldoende blijk geven van het bestaan van een duurzame en exclusieve relatie.
7. Met betrekking tot het ontbreken van gezamenlijke foto’s door de diefstal van de telefoon van referente overweegt de rechtbank dat de diefstal eiser niet ontslaat van de bewijslast om de exclusiviteit en duurzaamheid van de relatie met referente aannemelijk te maken en de aanvraag verder te onderbouwen met andere, overtuigende bewijsstukken.
8. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de getuigenverklaringen van de broers van eiser en de zus van referente pas in beroep naar voren zijn gebracht en om die reden erg laat zijn ingediend. Het ligt op de weg van de aanvrager om bewijsstukken die de gestelde relatie aantonen, tijdig aan te leveren. Bovendien kan de rechtbank verweerder volgen in zijn standpunt dat de getuigenverklaringen niet afkomstig zijn uit een objectieve bron zodat aan deze verklaringen niet de waarde kan worden gehecht, die eiser en referente daaraan hechten.2 Los van de omstandigheid dat de getuigenverklaringen pas in beroep naar voren zijn gebracht, zijn deze verklaringen niet van doorslaggevende betekenis voor de onderbouwing van de relatie. De ter zitting afgelegde getuigenverklaring van de zus van referente leidt om dezelfde redenen evenmin tot een ander oordeel. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel
9. Eiser voert verder aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen omdat verweerder hem niet heeft verzocht meer screenshots van chatberichten tussen hem en referente te overleggen. De overgelegde screenshots vormen maar een deel van alle chatberichten tussen eiser en referente. Volgens eiser heeft hij met referente veel contact via app en (video)bellen. Als de selectie van de screenshots volgens verweerder te beperkt is, had hij eiser moeten vragen meer chatberichten te overleggen. Verder is het bestreden besluit volgens eiser niet voorzien van een deugdelijke motivering.
10. De rechtbank volgt eiser niet in zijn stelling dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand is gekomen. Daarbij is van belang dat het aan eiser is om de aanvraag zo volledig mogelijk in te dienen en in de bezwaarprocedure zoveel mogelijk aan te vullen met bewijsstukken om de relatie tussen hem en referente te onderbouwen. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet onzorgvuldig heeft gehandeld met het bestreden besluit en dat verweerder eiser voldoende in de gelegenheid heeft gesteld de aanvraag met bewijsstukken te onderbouwen. Verder heeft verweerder voldoende gemotiveerd waarom eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat tussen hem en referente sprake is van een duurzame en exclusieve relatie. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Hoorplicht
11. Eiser voert aan dat verweerder in de bezwaarfase had dienen te horen. In bezwaar is
2 Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 14 juli 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2069).
door eiser expliciet verzocht om, voor zover de verklaringen en overgelegde bewijsstukken leiden tot mogelijke twijfel bij verweerder, eiser en referente te horen. Daarnaast had verweerder, voordat hij ongefundeerde conclusies trok dat het zetten van een tatoeage door eiser een impulsieve daad kan zijn geweest, eiser en referente in de gelegenheid moeten stellen hen te horen.
12. De rechtbank overweegt het volgende. Vooropgesteld dient te worden dat het horen een essentieel onderdeel is van de bezwaarschriftprocedure. Slechts indien op voorhand redelijkerwijs geen twijfel mogelijk is dat het bezwaar niet kan leiden tot een andersluidend besluit, kan van horen worden afgezien.
13. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat het aan eiser is om de aanvraag tijdig te onderbouwen. Op het moment van de aanvraag- en in de bezwaarprocedure, is de duurzaamheid en exclusiviteit van de relatie met referente onvoldoende onderbouwd. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank in dit geval van het horen mogen afzien. Uit het bezwaarschrift, bezien in het licht van het primaire besluit en de wettelijke voorschriften die daarop van toepassing zijn, heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat op voorhand in redelijkheid geen twijfel mogelijk dat het bezwaar niet tot een ander besluit kon leiden. De beroepsgrond dat de hoorplicht is geschonden slaagt niet.
Conclusie
14. Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiser niet heeft aangetoond dat sprake is van een duurzame en exclusieve relatie tussen hem en referente. Verweerder heeft de aanvraag van eiser daarom terecht afgewezen.
15. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
18 oktober 2021
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Slierendrecht, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:

Documentcode: [documentcode]

En zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.