Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De maatregel van bewaring was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 5 oktober 2021 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring door eiser niet zijn betwist. Eiser voerde aan dat verweerder onvoldoende voortvarend had gehandeld, aangezien hij op 6 oktober 2021 zou worden overgedragen aan Duitsland, maar het onduidelijk was of hij zou meewerken aan een coronatest die nodig was voor de overdracht. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder voldoende voortvarend had gehandeld en dat van eiser verwacht mocht worden dat hij meewerkte aan de coronatest. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.