ECLI:NL:RBDHA:2021:16847

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 november 2021
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
AWB 21/4977
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken besluit in bestuursrechtelijke procedure

Op 3 november 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, wonende te [woonplaats], en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder. Eiser heeft op 23 augustus 2021 beroep ingesteld tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor inhoudelijke behandeling niet mogelijk is. Eiser is op 13 augustus 2021 door de rechtbank verzocht om een kopie van het besluit waartegen hij in beroep gaat, maar heeft hierop niet tijdig gereageerd. Een tweede verzoek op 13 oktober 2021 om het besluit in te dienen, heeft ook niet geleid tot de gevraagde informatie. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen tegen welk besluit het beroep zich richtte, wat essentieel is voor de beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit. De rechtbank heeft daarom het beroep niet inhoudelijk behandeld en verklaart het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/4977

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 november 2021 in de zaak tussen

[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde:L. Abbou
),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 23 augustus 2021 tegen een onbekend besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet een kopie van het besluit indienen waar hij het niet mee eens. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het besluit niet is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiser op 13 augustus 2021 een brief gestuurd, waarin staat dat eiser binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit waar hij het niet mee eens is. Omdat eiser niet op deze brief heeft gereageerd heeft de rechtbank bij aangetekende brief van 13 oktober 2021 eiser nogmaals in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken een kopie te sturen van het besluit waar hij het niet mee eens is.
4. Eiser heeft gereageerd op de brief van 13 oktober 2021 maar hij heeft geen kopie van het besluit ingediend. De rechtbank weet niet tegen welk besluit het beroep van eiser zich richt en kan de rechtmatigheid van dit besluit dan ook niet beoordelen.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van
N. Dayerizadeh, griffier. De beslissing is uitgesproken op 3 november 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.