ECLI:NL:RBDHA:2021:16858

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 november 2021
Publicatiedatum
12 augustus 2022
Zaaknummer
NL21.9420
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van Gambiaanse nationaliteit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 november 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, van Gambiaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen bij besluit van 20 mei 2021. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 29 september 2021, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. M.L. van Leer, is het verzoek behandeld. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. J.E. Lemmers. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er inmiddels een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL21.9419) die betrekking had op hetzelfde beroep, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.9420
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M.L. van Leer), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.E. Lemmers).

Procesverloop

Bij besluit van 20 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL21.9419, op
29 september 2021 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen P.M. Diagine. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker is van Gambiaanse nationaliteit en geboren op [1999 2] .
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.9419, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E.J. Sprakel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L. van der Ruizendaal - van der Veen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
en zal openbaar wordengemaakt door publicatieop rechtspraak.nl.
Mr. M.E.J. Sprakel L. van der Ruizendaal - van der
Rechter Veen
Rechtbank Midden-Nederland Griffier
Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [Documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geenhoger beroep ofverzet open.
16 november 2021