ECLI:NL:RBDHA:2021:16862
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens internationale bescherming in Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Rasul, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. H.J. Metselaar, verklaarde de aanvraag niet-ontvankelijk op grond van het feit dat eiseres in Italië internationale bescherming geniet. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 16 november 2021 behandeld. Eiseres voerde aan dat de Italiaanse autoriteiten in hun correspondentie over een man met dezelfde naam spraken en dat er onvoldoende bewijs was dat het om haar ging. Daarnaast stelde zij dat haar verblijfsrecht in Italië zou worden ingetrokken door haar asielaanvraag in Nederland. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder terecht had vastgesteld dat eiseres in Italië internationale bescherming geniet, en dat de Italiaanse autoriteiten voldoende informatie hadden ontvangen om deze conclusie te trekken.
De rechtbank wees erop dat eiseres niet had aangetoond dat de situatie in Italië dermate verslechterd was dat zij niet terug kon keren. Ook werd het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten opzichte van Italië bevestigd. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak vermeld, waarbij hoger beroep mogelijk is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.