ECLI:NL:RBDHA:2021:16880

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 november 2021
Publicatiedatum
17 augustus 2022
Zaaknummer
NL21.14640, NL21.14641 en NL21.14642
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvragen tot verblijfsvergunning asiel

In deze zaak hebben eisers, die aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel hebben ingediend, beroep aangetekend tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft op 15 september 2021 de beroepen ontvangen, maar op 16 september 2021 heeft verweerder alsnog een beslissing genomen op de asielaanvragen. Hierdoor hebben eisers hun doel bereikt, en is er geen procesbelang meer bij de behandeling van de beroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat eisers geen gronden hebben ingediend tegen de verleende asielvergunningen. De rechtbank heeft de bevoegdheid om de beroepen niet-ontvankelijk te verklaren en heeft van deze bevoegdheid gebruik gemaakt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft de aanvragen van eisers toegewezen met ingang van 17 februari 2021, geldig tot 17 februari 2026. Eisers zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de besluiten, maar hebben tot op heden niet gereageerd. De rechtbank heeft de beroepen niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.14640, NL21.14641 en NL21.14642
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [eiser 1], met V-nummer: [V-nummer 1] , eiser 1,
[eiser 2], met V-nummer: [V-nummer 2] , eiser 2 en
[eiser 3] ,met V-nummer: [V-nummer 3] , eiser 3 Hierna gezamenlijk: eisers.
(gemachtigde: mr. C.M. Suurmeijer-Wawoe), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: H. Jahanyar).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over de beroepen die eisers hebben ingediend omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op hun aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Op 15 september 2021 hebben eisers beroepen ingediend tegen het niet tijdig nemen van een beslissing. Op 16 september 2021 heeft verweerder alsnog een beslissing genomen op de asielaanvragen. De rechtbank stelt daarom vast dat eisers geen belang meer hebben bij het behandelen van hun beroepen. Eisers hebben immers bereikt wat zij met hun beroepen gericht tegen het niet tijdig beslissen konden bereiken. Dat betekent dat het belang bij een uitspraak van de rechter, het zogenoemde procesbelang, niet langer bestaat en de beroepen voor zover gericht tegen het uitblijven van een beslissing, niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
3. De beroepen zijn kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Uit artikel 6:20, derde lid, van de Awb volgt dat de beroepen tegen het niet tijdig nemen van een besluit mede betrekking hebben op de alsnog genomen besluiten, tenzij deze geheel aan de beroepen tegemoet komen.
In de besluiten van 16 september 2021 heeft verweerder de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 toegewezen met ingang van 17 februari 2021, geldig tot 17 februari 2026. De rechtbank heeft eisers bij brief van 20 september 2021 in de gelegenheid gesteld om te berichten of zij het eens zijn met de besluiten. Hierbij is vermeld dat als eisers het niet eens zijn met de besluiten, zij de gelegenheid hebben om uiterlijk op 4 oktober 2021 uit te leggen waarom zij het hier niet mee eens zijn. Daarbij is meegedeeld dat de beroepen bij niet reageren ongegrond of niet-ontvankelijk kunnen worden verklaard.
Eisers hebben hier tot op heden niet op gereageerd.
5. Omdat eisers geen gronden hebben ingediend tegen de door verweerder verleende asielvergunningen, bestaat bij de rechtbank de bevoegdheid om de beroepen niet ontvankelijk te verklaren. De rechtbank zal van deze bevoegdheid gebruik maken.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van M. Bos, griffier.
De beslissing is uitgesproken op … en wordt openbaar gemaakt door publicatie op
rechtspraak.nl.
23 november 2021

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.