ECLI:NL:RBDHA:2021:16899
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning voor arbeid als zelfstandige op basis van onvoldoende onderbouwing en schending hoorplicht
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 2 december 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor arbeid als zelfstandige. Eiser, die sinds 13 juni 2019 eigenaar is van een bedrijf, had een verblijfsvergunning onder de beperking 'Het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst'. De aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het doel 'arbeid als zelfstandige' werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat eiser niet voldeed aan de voorwaarden die aan de vergunning zijn verbonden. De afwijzing was gebaseerd op een advies van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), waarin werd gesteld dat eiser zijn ondernemingsplan en financiële plan onvoldoende had onderbouwd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 10 september 2021 zijn eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag voldoende zorgvuldig was voorbereid en dat er geen aanleiding was om de aanvraag opnieuw voor advies voor te leggen aan de RVO. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had voldaan aan de vereisten voor de aanvraag, waaronder de onderbouwing van het ondernemingsplan met financiële gegevens die gecontroleerd waren door een onafhankelijke deskundige.
Eiser voerde aan dat het bestreden besluit onzorgvuldig was voorbereid en dat hij ten onrechte niet was gehoord. De rechtbank verwierp deze argumenten en oordeelde dat verweerder terecht had geconcludeerd dat het bezwaarschrift kennelijk ongegrond was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.