ECLI:NL:RBDHA:2021:16942

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juli 2021
Publicatiedatum
22 augustus 2022
Zaaknummer
NL21.8953
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Turkse nationaliteit

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, van Turkse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 9 juni 2021 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 28 juni 2021, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S.J. Koolen, en een tolk, M. Cordes. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.F.M. van Raak.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in een andere zaak (NL21.8952) op dezelfde datum, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. Janssens - Kleijn. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.8953

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. S.J. Koolen),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.F.M. van Raak ).

Procesverloop

Bij besluit van 9 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.8952, op 28 juni 2021 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Cordes. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker is van Turkse nationaliteit en geboren op [1978] .
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.8952, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

zaaknummer: NL21.8953 2
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Janssens - Kleijn, griffier.
zaaknummer: NL21.8953 3
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
08 juli 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
Mr. M.C. Verra
Rechter
Rechtbank Midden-Nederland
L.M. Janssens - Kleijn
Griffier
Rechtbank Midden-Nederland

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.