ECLI:NL:RBDHA:2021:16955
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buitenbehandelingstelling aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf en ongegrondverklaring bezwaar
In deze zaak heeft eiseres, een Iraanse vrouw geboren in 1976, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) bij haar zoon in Nederland. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld omdat eiseres niet tijdig de gevraagde documenten had ingediend. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de Rechtbank Den Haag.
De rechtbank heeft op 6 december 2021 geoordeeld dat de Staatssecretaris terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat een bestuursorgaan kan besluiten een aanvraag niet te behandelen indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de wettelijk vereiste voorschriften. Eiseres had de mogelijkheid gekregen om de ontbrekende documenten aan te leveren, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank oordeelde dat de belangen van eiseres niet zwaarder wogen dan de belangen van de overheid bij een zorgvuldige aanvraagprocedure.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na verzending van de uitspraak.