ECLI:NL:RBDHA:2021:16956
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B. Fijnheer
- T.R. Oosterhoff-Vos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 december 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, aangeduid als verzoeker. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 11 oktober 2021 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Tegen deze afwijzing heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 11 november 2021, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M.R. Verdoner, en een tolk, P. Kuipers. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. D. Kuiper.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de verzoeker, geboren in 1979 en van Egyptische nationaliteit, in een eerdere uitspraak op 9 december 2021 in een vergelijkbare zaak (NL21.16096) al een beslissing had gekregen. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.