ECLI:NL:RBDHA:2021:16976

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 december 2021
Publicatiedatum
26 augustus 2022
Zaaknummer
NL21.17625
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 december 2021 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.P. van Empel-Bouman, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door F.F.M. van de Kamp, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoekster.

Verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 november 2021 behandeld, waarbij verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een verwante zaak (NL21.17624), waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, in aanwezigheid van griffier mr. M.A.W.M. Engels.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht, locatie Amersfoort Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.17625
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen [verzoekster], verzoekster
V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.P. van Empel-Bouman), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: F.F.M. van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluit van 8 november 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.17624, op 30 november 2021 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen de heer N. Nyembo. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.17624, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
08 december 2021
en is openbaar gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
Mr. M.C. Verra M.A.W.M. Engels
Rechter Griffier
Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Midden-Nederland
Documentcode: [Documentcode]
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.