ECLI:NL:RBDHA:2021:17101
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake verlenging termijn voor herstel gebreken in vreemdelingenrechtelijke procedure
Op 5 oktober 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een tussenuitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze uitspraak betreft een verzoek van verweerder om de termijn voor het herstellen van gebreken te verlengen. Eerder had de rechtbank in een tussenuitspraak van 15 oktober 2020 verweerder de gelegenheid gegeven om binnen zes weken de gebreken te herstellen. Deze termijn werd later verlengd tot zes maanden na de eerste tussenuitspraak. Verweerder verzocht op 19 april 2021 om een verdere verlenging van zes maanden, onder verwijzing naar uitzonderlijke omstandigheden door de coronapandemie, die het uitvoeren van DNA-onderzoek bemoeilijkten.
De rechtbank heeft het verzoek om verlenging van de termijn beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek tijdig was ingediend. De rechtbank oordeelde dat het verzoek voldoende gemotiveerd was, gezien de bijzondere omstandigheden rondom het coronavirus. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar relevante jurisprudentie en de totstandkomingsgeschiedenis van de wetgeving. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de termijn voor het herstel van de gebreken met zes maanden te verlengen, tot 19 oktober 2021. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak in de zaak.
De uitspraak is openbaar gemaakt en zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. Tegen deze tussenuitspraak staat nog geen hoger beroep open, maar kan dit wel tegelijkertijd met een eventueel hoger beroep tegen de einduitspraak in deze zaak worden ingesteld.