ECLI:NL:RBDHA:2021:17106

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2021
Publicatiedatum
3 oktober 2022
Zaaknummer
AWB 20/4639
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet voldoen aan wettelijke eisen

In deze zaak heeft eiseres op 5 juni 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, genomen op 8 mei 2020. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Artikel 8:54 van de Awb stelt dat de rechtbank partijen niet hoeft uit te nodigen voor een zitting als het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld. Dit was in dit geval aan de orde omdat eiseres niet heeft aangegeven waarom zij het niet eens was met het besluit, wat vereist is volgens artikel 6:5 van de Awb. De rechtbank heeft eiseres op 22 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken haar beroepsgronden te verduidelijken, maar eiseres heeft hierop niet gereageerd. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en heeft zij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 20/4639

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 november 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , met v-nummer: [v-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. F. Bouyaghjdane),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 5 juni 2020 tegen het besluit van verweerder van 8 mei 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet zeggen waarom zij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen beroepsgronden zijn genoemd. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiseres op 22 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat zij binnen vier weken moet aangeven waarom zij het niet eens is met het besluit.
4. Eiseres heeft niet gereageerd op deze brief.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van J. Fagel, griffier. De beslissing is uitgesproken op 8 november 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.