Overwegingen
1. Eiseres stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1990.
2. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag - samengevat weergeven - het volgende ten grondslag gelegd. Eiseres is met een Osun teken op haar arm geboren. Dit betekent dat zij de Ohunosun tempel zou moeten overnemen en aan de tempel zou worden geofferd als zij 30 jaar is. Haar ouders hebben dat geweigerd, omdat zij christenen zijn. Zij hebben eiseres ondergebracht bij een oom in de stad. In de oorlog zijn de vader en moeder van eiseres vervolgens overleden. Eiseres heeft daarna een ritueel gedaan met haar oom, waarbij zij een eed heeft afgelegd en niets mocht vertellen over het feit dat hij met haar sliep. Eiseres heeft tegen haar wil drie kinderen gekregen met haar oom. Ook mishandelde hij haar. Eiseres is door een zakenvrouw geholpen, die haar meenam naar Libië. Eiseres heeft toen een meisje ontmoet, [A] , en kreeg gevoelens voor haar. Zij kregen een relatie. In december 2015 heeft
een andere vrouw eiseres naar Italië gebracht, waar zij in de prostitutie heeft gewerkt voor madam [naam] . Toen heeft eiseres [B] ontmoet en ook met haar kreeg zij een relatie. Eiseres is uiteindelijk geholpen door een vaste klant, die haar naar Nederland heeft gebracht. Daar heeft zij [C] ontmoet, met wie zij een korte relatie heeft gehad.
Eiseres kan niet terug naar Nigeria omdat zij daar verschillende problemen zal krijgen en een risico loopt als bedoeld in artikel 3 van het EVRM.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst
- Eiseres is uitverkoren door de Osun cult
- Problemen met oom
- Seksuele gerichtheid van eiseres
- Problemen met madam [naam]
4. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres en het feit dat zij is uitverkoren door de Osun cult en dat zij problemen heeft gehad met madam [naam] , geloofwaardig zijn. Verweerder heeft de problemen van eiseres met haar oom en haar seksuele gerichtheid echter ongeloofwaardig geacht. Verweerder heeft vastgesteld dat eiseres over het moment en de wijze waarop zij Nigeria heeft verlaten wisselend heeft verklaard. Dit doet afbreuk aan de oprechtheid van haar relaas. Verweerder vindt ook dat eiseres over haar problemen met haar oom tegenstrijdig, wisselend en ongerijmd heeft verklaard. Ook over haar geaardheid heeft eiseres volgens verweerder wisselend verklaard. Verder vindt verweerder dat eiseres over haar gevoelens voor vrouwen in het algemeen en over haar relaties met [A] , [B] en [C] in het bijzonder, vaag, summier en oppervlakkig heeft verklaard. Verweerder zet ook vraagtekens bij het referentiekader van eiseres, omdat zij wisselend heeft verklaard over haar genoten opleiding. Verweerder vindt het voorts niet aannemelijk dat eiseres vanwege haar aangifte van mensenhandel te vrezen heeft voor wraak van de mensenhandelaren of dat zij vanwege het werken in de prostitutie in Italië te vrezen heeft voor de Nigeriaanse autoriteiten. Evenmin vindt verweerder het aannemelijk dat eiseres problemen zal ondervinden van de [naam] dorpelingen en geofferd zal worden aan de tempel. Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag moet worden afgewezen als kennelijk ongegrond.1
5. Eiseres voert aan dat zij consequent heeft verklaard dat zij tot de derde klas primary school onderwijs heeft gevolgd en dat zij niet altijd naar school ging. Zij stelt daarover nooit anders of wisselend te hebben verklaard. Volgens eiseres is sprake van miscommunicatie met de tolk of heeft de tolk dat verkeerd vertaald. Eiseres is een laaggeschoolde en - door misbruik van haar oom - getraumatiseerde vrouw. Zij begrijpt de vragen niet altijd. Verweerder heeft van haar daarom niet mogen verlangen dat zij haar schoolgang nog meer inzichtelijk maakt dan zij heeft gedaan. Eiseres persisteert ook bij haar verklaring dat zij nooit heeft gezegd dat zij vier jaar in Libië heeft gewoond voordat zij naar Europa kwam en dat zij met de fiets in plaats van met de auto de grens overstak. Eiseres heeft dit ook hersteld in de aanvullingen en correcties op het aanmeldgehoor. Gezien haar referentiekader kan niet
1. Op grond van artikel 31, eerste lid, in samenhang met artikel 30b, eerste lid onder e van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
in redelijkheid worden verwacht dat eiseres hierover al uitvoerig bij het aanmeldgehoor had verklaard.
6. Verweerder stelt zich op het standpunt dat van een miscommunicatie in de vertaling over de schoolgang geen sprake is. Eiseres heeft ook in het nader gehoor nog verklaard dat zij niet naar school ging2. Dat er in het aanmeldgehoor verkeerd is vertaald, ligt volgens verweerder daarom niet voor de hand. Verweerder ziet ook niet in waarom de tolk verkeerd vertaald zou hebben dat eiseres vier jaar in Libië heeft gewoond. Eiseres heeft dat ook niet aangepast in haar aanvullingen en correcties op het aanmeldgehoor. Daarin heeft eiseres wel aangevuld dat zij bij grens Niger werd aangehouden, maar niet waarom zij dat niet al bij het aanmeldgehoor heeft gezegd.
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder eiseres heeft mogen tegenwerpen dat zij wisselend heeft verklaard over haar schoolgang en over het moment en de wijze van haar uitreis uit Nigeria. Eiseres heeft in het aanmeldgehoor en in het nader gehoor expliciet verklaard dat zij niet naar school is geweest3. In haar aanvullingen en correcties op deze gehoren heeft eiseres echter gezegd dat zij drie jaar lagere school (primary school) heeft gehad. Eiseres heeft geen goede uitleg gegeven voor de wisselende verklaringen op dit punt. Dat een en ander alleen het gevolg is van een miscommunicatie met de tolk volgt de rechtbank niet, gelet op de heldere vragen en antwoorden die uit de verslagen blijken.
8. Over het moment van uitreis uit Nigeria heeft eiseres in het nader gehoor verklaard dat zij in 2009 of 2010 Nigeria heeft verlaten en vier jaar in Libië heeft verbleven, terwijl zij in het aanmeldgehoor heeft gezegd dat zij tot 2014 in Nigeria heeft gewerkt en pas in december 2015 haar land heeft verlaten.4 Over de wijze van uitreis heeft eiseres verklaard dat zij vanuit Nigeria de grens met Niger is overgestoken met de fiets en later dat zij dit met de auto heeft gedaan.5 Ook deze tegenstrijdigheden heeft verweerder eiseres mogen tegenwerpen. Eiseres heeft daarnaast wisselend verklaard over de gestelde detentie in Libië. In de correcties en antwoorden heeft eiseres aangegeven dat zij niet in 2009 maar in 2015 in Libië gedetineerd was, maar verweerder heeft het niet aannemelijk hoeven vinden dat eiseres zich meerdere keren heeft vergist in het jaartal van haar detentie, omdat dit een zeer ingrijpende gebeurtenis is. Dat ook deze wisselende verklaringen het gevolg zouden zijn van vertaalfouten van de tolk zoals eiseres stelt, is evenmin aannemelijk. Het gaat immers om een verschil van vier jaar. Ook volgt de rechtbank eiseres niet in haar stelling dat verweerder op dit punt onvoldoende rekening heeft gehouden met haar referentiekader en/of opleidingsniveau. Aan eiseres zijn tijdens de gehoren steeds korte, gerichte en eenvoudige vragen gesteld, waarop eiseres ook duidelijke antwoorden heeft gegeven. Niet is gebleken dat eiseres de vragen niet goed heeft begrepen. Verweerder heeft zich daarom op het standpunt kunnen stellen dat deze tegenstrijdigheden in de verklaringen van eiseres afbreuk doen aan de geloofwaardigheid van haar asielrelaas.
9. Eiseres voert aan dat verweerder de problemen met haar oom ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Eiseres betwist dat zij tegenstrijdig heeft verklaard over haar
2 Nader gehoor, pagina 6.
3 Aanmeldgehoor, pagina 7 en Nader gehoor, pagina 6.
4 Nader gehoor, pagina 12 en pagina 32 en 33 en Aanmeldgehoor, pagina 6 en 8.
5 Aanmeldgehoor, pagina 12 en 13.
woon- en verblijfplaats voor haar vertrek uit Nigeria. Eiseres heeft duidelijk gemaakt dat zij bij haar oom is ondergebracht toen zij 5 of 6 jaar was en haar broer en zus na het overlijden van haar ouders. Zij heeft duidelijk gemaakt dat het huis van haar oom een groot familiehuis was met meerdere kamers en dat eiseres met haar kinderen in de ene kamer leefde en haar zus en broer in een andere. Na het vertrek van eiseres is haar zus verhuisd naar het dorp [plaats] , waar zij nu woont met de kinderen van eiseres. Volgens eiseres is niet uitgesloten dat de tolk haar verklaringen verkeerd heeft vertaald, waardoor het lijkt of er tegenstrijdigheden zijn. Volgens eiseres is het niet vreemd dat haar zus haar nooit hulp heeft geboden, omdat haar zusje erg jong was en bang was voor de oom. Eiseres voert verder aan dat de [D] de achternaam is van haar oom, en dat zijn voornaam [E] is. Haar kinderen hebben deze naam als achternaam. Eiseres spreekt dit fonetisch uit als [E] .
10. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de verklaring in het nader gehoor dat eiseres niet met haar zus heeft samengewoond niet valt te rijmen met de opmerking in de zienswijze, dat haar zus in een aparte kamer van familiehuis van oom woonde. Verweerder vindt het verder vreemd dat eiseres nooit hulp heeft gekregen van haar zus toen zij werd mishandeld en zwanger gemaakt door haar oom. Verweerder is verder van mening dat eiseres onduidelijkheid heeft geschept over de achternaam van haar kinderen en daarom niet geloofwaardig is dat eiseres kinderen van haar oom heeft gekregen.
11. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de problemen van eiseres met haar oom niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft bevonden, omdat zij wisselend heeft verklaard over haar woonsituatie en verblijfplaats vóór haar vertrek uit Nigeria en over de namen van haar kinderen. Zo is de verklaring dat eiseres tot aan haar vertrek samen het haar zusje op hetzelfde adres woonde tegenstrijdig met de verklaring dat zij niet bij haar zus maar bij haar oom woonde.6 Dat eiseres daarmee bedoelde te zeggen dat haar zus in een aparte kamer van het familiehuis van de oom woonde, heeft verweerder niet als verschoning hoeven zien. Verweerder heeft het ook vreemd mogen vinden dat de zus ook op latere leeftijd eiseres niet heeft geholpen, terwijl zij na het vertrek van eiseres uit Nigeria wel haar kinderen heeft opgevangen.
12. De rechtbank is ook ten aanzien van dit punt overigens niet gebleken dat de tolk de verklaringen van eiseres niet heeft begrepen of onjuist heeft vertaald. Uit het verslag van het nader gehoor blijkt dat eiseres de vragen van de gehoormedewerker heeft begrepen en dat de gehoormedewerker eiseres op bepaalde momenten verduidelijkingsvragen heeft gesteld, bijvoorbeeld over haar leeftijd ten tijde van het overlijden van haar ouders. De opmerking van de gehoormedewerker in het verslag van het nader gehoor dat de tolk niet precies vertaalt wat zij zegt, betekent niet dat de verklaringen van eiseres niet juist zijn vertaald of begrepen, maar ziet erop dat de tolk geen aanvullende vragen moet stellen. De tolk wilde eiseres daarmee kennelijk helpen om de informatie boven tafel te krijgen die de gehoorambtenaar wilde weten.
13. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder niet ten onrechte heeft betrokken dat eiseres onduidelijkheid heeft geschept over de achternaam van haar kinderen. Als de kinderen als achternaam de voornaam van hun vader krijgen, moet eiseres dat aannemelijk maken. Eiseres heeft dat niet gedaan. Ook verder heeft zij niet aannemelijk gemaakt dat zij
6 Aanmeldgehoor, pagina 11 en nader gehoor, pagina 11.
daadwerkelijk kinderen van haar oom heeft gekregen. Verweerder heeft dit punt dus ongeloofwaardig kunnen vinden.
14. Eiseres voert aan dat zij enkel de waarheid heeft verteld hoe zij haar gevoelens heeft ervaren en hoe zij zich daarvan bewust werd. Gezien haar lage opleiding wordt ten onrechte van eiseres verwacht dat zij meer inzicht geeft in haar gevoelens voor vrouwen dan ze al heeft gedaan. Eiseres heeft verklaard dat die gevoelens zijn begonnen onderweg naar Libië. In Tranké is eiseres met [A] een relatie begonnen, omdat haar gevoelens voor haar erg sterk werden. Dit heeft eiseres ook na het nader gehoor gecorrigeerd. Eiseres heeft duidelijk gezegd dat zij in Nigeria geen gevoelens had voor mannen, noch voor vrouwen en dat zij pas na haar vertrek gevoelens kreeg voor vrouwen, namelijk voor [A] . Het is dus niet redelijk om van eiseres te verwachten dat zij inzicht kan geven in haar gevoelens in Nigeria, omdat ze die toen nog niet had. Haar gevoelens voor vrouwen in combinatie met haar seksuele handelingen net hen maken het aannemelijk dat er sprake is van meer dan gewone vriendschappen. Eiseres heeft naar eigen zeggen niet oppervlakkig of algemeen verklaard over haar gevoelens voor vrouwen in het algemeen en over haar liefdesrelaties met [A] , [B] en [C] in het bijzonder. Eiseres betwist voorts dat zij gezegd zou hebben dat zij bij [B] was ingetrokken en dat [C] een man was. Volgens eiseres zijn dat vertaalfouten. Eiseres was vanuit haar culturele achtergrond niet gewend om vragen te stellen over basale informatie. Verweerder werpt dus ten onrechte tegen dat zij niet veel weet over haar partners. Dat eiseres pas in haar zienswijze toelicht hoe zij in de toekomst uiting wil geven aan haar gerichtheid komt, omdat zij pas na uitleg haar advocaat deze vraag heeft begrepen.
15. Verweerder stelt zich hierover op het standpunt dat hij mag verlangen dat eiseres vanuit haar referentiekader haar eigen gevoelens onder woorden kan brengen. Volgens verweerder heeft eiseres dat onvoldoende gedaan. Dat eiseres in Nigeria nog geen gevoelens had voor vrouwen strookt niet met haar verklaring dat zij die gevoelens niet zo sterk had en dat deze waarschijnlijk waren onderdrukt door honger en armoede7. Kennelijk waren die gevoelens dus al wel ergens aanwezig. Dat eiseres met [A] een liefdesrelatie had, vindt verweerder niet aannemelijk. Het louter genieten van seksuele handelingen maakt niet dat er sprake is van een homoseksuele relatie of geaardheid.. Eiseres heeft niet inzichtelijk gemaakt wat [A] nu zo speciaal maakte voor haar en waarin de relatie met [A] zich onderscheidt van een gewone vriendschap. Verweerder vindt ook niet aannemelijk dat de tolk verkeerd zou hebben vertaald ten aanzien van de geconstateerde verschillen over [B] (wel of niet ingetrokken) en [C] (een man of een vrouw). Ten slotte rekent verweerder het eiseres aan dat zij pas in de zienswijze duidelijk maakt hoe zij in de toekomst uiting wil geven aan haar gestelde seksuele gerichtheid omdat haar geaardheid een belangrijke reden is voor het vragen van asiel. Eiseres heeft in Nederland ook weinig LHBTI-activiteiten ondernomen, wat volgens verweerder past in het beeld over de ongeloofwaardigheid van haar relaas.
16. Niet in geschil is dat verweerder deze zaak heeft getoetst volgens Werkinstructie 2019/7. Op grond van deze werkinstructie wordt aan de hand van vier thema's (privéleven; huidige en voorgaande relaties, contact met homoseksuelen in het land van herkomst en contact met of kennis van LHBTI-groepen; contact met LHBTI’ers in Nederland en kennis
7 Nader gehoor, pagina 30.
van de Nederlandse situatie; discriminatie, repressie en vervolging in het land van herkomst) beoordeeld of van de geloofwaardigheid van de geaardheid van de vreemdeling uit kan worden gegaan. De thema’s worden in samenhang beoordeeld. Het zwaartepunt ligt op de antwoorden op vragen over de eigen ervaringen (onder andere bewustwording en zelfacceptatie) van de vreemdeling met betrekking tot zijn seksuele geaardheid, wat dit voor hem en zijn omgeving heeft betekend, wat de situatie is voor personen met die geaardheid in het land van herkomst van de vreemdeling en hoe diens ervaringen, ook volgens zijn asielrelaas, in het algemene beeld passen. Deze elementen wegen zwaarder als de vreemdeling uit een land afkomstig is waar LHBT-geaardheid niet geaccepteerd wordt of strafbaar is gesteld. In die situatie is het de vraag of en hoe de vreemdeling zich daaraan heeft aangepast en hoe hij dit heeft beleefd.
17. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich op goede gronden en afdoende gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat de gestelde seksuele geaardheid van eiseres ongeloofwaardig is. Hierbij heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
18. Verweerder stelt zich niet ten onrechte op het standpunt dat eiseres over haar gevoelens voor vrouwen summier en algemeen heeft verklaard en dat de antwoorden te veel aan de oppervlakte blijven. Eiseres heeft gezegd dat zij geen gevoelens had voor mannen, noch voor vrouwen. Zij voelde zich verdoofd, vanwege het seksueel misbruik door haar oom. In haar nieuwe omgeving buiten Nigeria kwam zij weer tot leven. Toen eiseres voor het eerst lesbische gevoelens ervaarde, moest zij hieraan wennen, maar het was wel een positieve ervaring, gelet op haar destructieve verleden.
19. Verweerder heeft er niet ten onrechte op gewezen dat eiseres hiermee onvoldoende inzicht heeft gegeven in haar bewustwordingsproces en haar diepere gevoelens en gedachten op het moment dat zij besefte dat zij lesbisch is, en onvoldoende de diepte in is gegaan met haar verklaringen. Het nader gehoor, de correcties en aanvullingen en de zienswijze maken duidelijk dat eiseres al bepaalde gevoelens had, maar zij heeft geen verder inzicht gegeven in die gedachtes en gevoelens en evenmin ten aanzien van haar besef dat op zij vrouwen viel. De rechtbank ziet niet in waarom dat van eiseres, gelet op haar achtergrond en referentiekader in redelijkheid, niet verwacht mag worden.
20. Daarnaast zijn de verklaringen van eiseres over haar gestelde relaties met vrouwen vaag en summier en deels tegenstrijdig. Eiseres heeft gezegd dat [A] empathisch was, haar aan het lachen maakte en dat zij eiseres aandacht, troost en kracht gaf om te herstellen. Deze eigenschappen maken echter niet direct dat sprake is van een liefdesrelatie, omdat deze eigenschappen ook kunnen horen bij een gewone vriendschap. Eiseres heeft verklaard dat zij positief was over haar gevoelens voor [A] , maar geen inzicht gegeven hoe zij omging met de overweldigende gevoelens die zij ervaarde toen zij iets voor [B] begon te voelen. De summiere verklaringen over hoe zij met haar nieuwe gevoelens omging doen afbreuk aan de geloofwaardigheid van de gestelde relatie en de gestelde seksuele gerichtheid van eiseres. Verweerder heeft er voorts terecht op gewezen dat het verrichten van seksuele handelingen, nog niet maakt dat sprake is van een (homoseksuele) liefdesrelatie. Verweerder heeft van eiseres mogen verwachten dat zij hier uitgebreider over kan verklaren, omdat het een betekenisvol moment voor haar moet zijn geweest toen zij zich realiseerde dat ze op vrouwen valt. Zij heeft immers vóór zij [A] ontmoette nimmer dergelijke gevoelens voor iemand gehad, laat staan een vrouw.
21. Eiseres heeft over [A] , [B] en [C] ook geen basale informatie kunnen geven, zoals hun achternaam en of zij broers of zussen hebben. Dat het niet gebruikelijk is in de Nigeriaanse cultuur om hiernaar te vragen, heeft verweerder niet als afdoende verklaring hoeven zien, gelet op de aard van de gestelde relaties en de duur daarvan. Het is niet aannemelijk dat dergelijke basale informatie nooit ter sprake komt. Verder heeft eiseres wisselend verklaard over het samenwonen met [B] . Zo heeft eiseres eerst verklaard dat [B] haar in huis nam en later dat eiseres alleen bij [B] op bezoek kwam en [B] haar financieel steunde8. Ook heeft eiseres wisselend verklaard over [C] , door eerst te zeggen dat hij een man is en later dat zij een vrouw is9. Deze tegenstrijdige verklaringen doen afbreuk aan de oprechtheid van haar gestelde seksuele geaardheid.
Reëel risico op ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het EVRM
22. Eiseres voert aan dat zij bij terugkeer naar Nigeria vreest voor vervolging door de vrouwenhandelaren die wraak zullen nemen, en dat de autoriteiten haar daartegen niet kunnen beschermen. Ook vreest eiseres voor vervolging vanwege prostitutie, waardoor zij zal worden uitgesloten uit de maatschappij. Eiseres vreest ook voor problemen met de [naam] dorpelingen, omdat zij was uitverkoren en geofferd moet worden aan de tempel. Tot slot vreest eiseres voor de Nigeriaanse overheid, omdat zij haar land illegaal heeft verlaten, en voor haar oom - de vader van haar kinderen.
23. Omdat verweerder de gestelde seksuele gerichtheid van eiseres niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht, heeft verweerder zich ook terecht op het standpunt gesteld dat eiseres niet om deze reden een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM bij terugkeer naar Nigeria. Evenmin heeft eiseres aannemelijk gemaakt dat er andere redenen zijn die deze vrees rechtvaardigen of dat er, indien zich problemen voordoen in Nigeria, voor eiseres geen mogelijkheid bestaat om tegen deze problemen de bescherming van de autoriteiten in te roepen. Uit informatie in het Algemeen ambtsbericht Nigeria10 blijkt dat slachtoffers van seksuele uitbuiting niet zijn onderworpen aan een stigma of negatieve houding en dat prostitutie niet strafbaar is. Deze door eiseres genoemde redenen zijn dus niet voldoende om een risico op behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM aan te kunnen nemen. Dat eiseres heeft te vrezen voor de [naam] dorpelingen omdat zij was uitverkoren en geofferd moet worden aan de Osun tempel is evenmin een voldoende reden, omdat eiseres dit niet aannemelijk heeft gemaakt. Eiseres heeft immers tot aan haar vertrek zonder problemen in Nigeria verbleven en niet valt in te zien dat zij na terugkeer ineens wel te vrezen zou hebben van deze mensen. Omdat de problemen met de oom ongeloofwaardig zijn geacht, levert dit evenmin een risico op bij terugkeer.
24. Gelet op het voorgaande heeft verweerder op goede gronden geconcludeerd dat eiseres niet in aanmerking komt voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, en b, van de Vw.
Inreisverbod en terugkeerbesluit
8 Nader gehoor, pagina 36 en 37
9 Nader gehoor, pagina 23 en 38
10 Algemeen ambtsbericht Nigeria, maart 2021, pagina 125-126.
25. Eiseres voert voorts als beroepsgrond aan dat het hier niet gaat om een tweede of opvolgende asielaanvraag en dat verweerder ten onrechte een inreisverbod heeft opgelegd en heeft bepaald dat zij Nederland onmiddellijk moet verlaten. Deze beroepsgrond faalt. De asielaanvraag van eiseres is eerst met een Dublinprocedure afgedaan. Nadat de overdrachtstermijn was verstreken, heeft verweerder de asielaanvraag alsnog inhoudelijk afgedaan. Het gaat daarbij in feite dus nog om dezelfde (eerste) aanvraag. Dat laat echter onverlet dat verweerder wel een inreisverbod aan eiseres heeft kunnen opleggen. De asielaanvraag is immers terecht afgewezen als kennelijk ongegrond, en daarom heeft verweerder kunnen bepalen dat eiseres Nederland onmiddellijk dient te verlaten11 en dat haar een inreisverbod voor de duur van twee jaar wordt opgelegd.12
26. Het beroep is ongegrond.
27. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.