Overwegingen
1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en eiseres is geboren op [geboortedatum]. Beiden zijn van Bengalese nationaliteit en behoren tot de bevolkingsgroep van de Bengalen.
2. Op 6 mei 2020 hebben eisers, mede namens hun minderjarige kinderen [kind 1] geboren op [geboortedatum] en [kind 2] geboren op [geboortedatum], voornoemde asielaanvragen ingediend. Hieraan hebben zij – samengevat weergegeven – ten grondslag gelegd dat zij in Bangladesh betrokken zijn geweest bij drie incidenten, omdat zij lid zijn van de politieke partij Bangladesh Nationalist Party (BNP). Allereerst is eiser op
22 juli 2018 aangevallen door leden van de huidige regeringspartij Awami League (AL). Daarna heeft er in december 2018 een inval plaatsgevonden in het huis van eisers, waarbij zij zijn geslagen met een wapen en hun identiteitskaarten zijn afgepakt zodat zij niet konden stemmen. Vervolgens zijn eisers in juli 2019 opgepakt en meegenomen door de politie, nadat zij hadden deelgenomen aan een demonstratie georganiseerd door de BNP voor de vrijlating van de leidster van de partij. Op het politiebureau zijn eisers gemarteld, waarna zij vijftien dagen in het ziekenhuis hebben moeten verblijven. Omdat zij vrezen dat de politie of leden van de AL het hen in Bangladesh dusdanig lastig gaan maken dat zij er hun leven niet meer zeker zijn, heeft eerst eiser Bangladesh verlaten en is hij naar Nederland gekomen. Na korte tijd is hij naar zijn land van herkomst teruggekeerd om te regelen dat ook eiseres en de kinderen het land konden verlaten. Nadat zij op 11 maart 2020 in Nederland zijn aangekomen, zijn eisers in het bezit gekomen van twee arrestatiebevelen van 18 maart 2020 en 2 april 2020 waaruit blijkt dat zij worden beschuldigd van het vernielen van objecten en het mishandelen van agenten en het verkopen van illegale middelen. Daarnaast zijn eisers in het bezit gekomen van kopieën van judgement orders van 23 december 2020 en 24 februari 2021, waaruit blijkt dat eisers zijn veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Ook vanwege deze documenten kunnen eisers niet terugkeren naar hun land van herkomst.
3. Het asielrelaas van eisers bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- de identiteit, nationaliteit en herkomst;
- het lidmaatschap van de politieke partij BNP;
- de fundamentele politieke overtuiging van eiser;
- de problemen met de autoriteiten en de leden van de politieke partij AL.
De rechtbank merkt hierbij op dat in het voornemen van eiseres van 8 april 2021 niet als apart element de fundamentele politieke overtuiging van eiseres is genoemd, maar dat dit wel is beoordeeld door verweerder.
4. Verweerder heeft de verklaringen van eisers over hun identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig geacht. Hij heeft het echter niet geloofwaardig geacht dat eisers lid zijn van de BNP, dat bij eiser sprake is van een fundamentele politieke overtuiging en ook niet dat eisers problemen met de autoriteiten en de leden van de AL hebben ondervonden. Gelet op het voorgaande heeft verweerder eisers niet in aanmerking doen komen voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, van de Vw 2000. Verweerder heeft bij de bestreden besluiten – en de voornemens van 8 april 2021 die daarvan deel uitmaken – de aanvragen van eisers op grond van artikel 31, eerste lid, in samenhang met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000 afgewezen als kennelijk ongegrond.
5. Eisers zijn het niet eens met de bestreden besluiten voor zover aan hen geen verblijfsvergunning asiel wordt verleend. Op hetgeen zij in de gronden van beroep naar voren hebben gebracht, gaat de rechtbank hierna in.
6. In artikel 28, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000 is bepaald dat verweerder bevoegd is de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd in te willigen, af te wijzen, niet in behandeling te nemen, niet-ontvankelijk
te verklaren dan wel buiten behandeling te stellen.
In artikel 29, eerste lid, van de Vw 2000 is, voor zover hier van belang, bepaald dat een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vw 2000 kan worden verleend aan de vreemdeling:
a. die verdragsvluchteling is; of
b. die aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt op ernstige schade, bestaande uit:
1°. doodstraf of executie;
2°. folteringen, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen; of
3°. ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict.
In artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000 is bepaald dat een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vw 2000 kan worden afgewezen als kennelijk ongegrond in de zin van artikel 32, tweede lid, van de Procedurerichtlijn, indien de vreemdeling kennelijk inconsequente en tegenstrijdige, kennelijk valse of duidelijk onwaarschijnlijke verklaringen heeft afgelegd die strijdig zijn met voldoende geverifieerde informatie over het land van herkomst, waardoor zijn verklaringen alle overtuigingskracht wordt ontnomen met betrekking tot de vraag of hij in aanmerking komt voor verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vw 2000.
In artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 is bepaald dat een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vw 2000 wordt afgewezen als ongegrond in de zin van artikel 32, eerste lid, van de Procedurerichtlijn, indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen.
7. Gelet op het wettelijk kader is het aan eisers om de aan hun aanvragen ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden aannemelijk te maken.
Identiteit, nationaliteit en herkomst
8. De rechtbank stelt vast dat de nationaliteit, identiteit en herkomst van eisers niet in geschil zijn tussen partijen, zodat deze elementen in het kader van de beoordeling van de geloofwaardigheid van het relaas van eisers dan ook niet besproken hoeven te worden.
Lidmaatschap van de politieke partij BNP
9. Verweerder heeft het, naar het oordeel van de rechtbank, niet ten onrechte niet geloofwaardig geacht dat eisers lid zijn van de BNP en ook niet dat eiser als journalist werkzaam was voor de oppositiekrant en daardoor problemen heeft gekregen. In dit verband heeft verweerder eisers niet ten onrechte het volgende tegengeworpen.
10. De door eisers overgelegde brieven van de BNP, die zijn ondertekend op 13 juli 2016 en 18 maart 2017 en die volgens eisers bewijzen dat zij lid zijn van deze partij, zijn op
18 november 2020 onderzocht door Bureau Documenten. Over de echtheid van de documenten kan echter geen uitspraak worden gedaan. Eiser heeft verder nog brieven van de BNP, die zijn ondertekend op 9 maart 2004 en 16 april 2008 en die volgens hem bewijzen dat hij lid is geweest van de studentenafdeling van de BNP, overgelegd. Over de echtheid van deze documenten kan volgens verweerders gemachtigde ter zitting evenmin uitspraak worden gedaan.
11. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eisers met hun verklaringen, in onderlinge samenhang bezien, niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij lid zijn van de BNP, aangezien:
- de verklaringen van eisers niet in overeenstemming zijn met de inhoud van voornoemde brieven van de BNP van 13 juli 2016 en 18 maart 2017 en 9 maart 2004 en 16 april 2008;
- eisers op meerdere punten verklaringen hebben afgelegd over basale informatie van de BNP die in strijd zijn met informatie uit objectieve en verifieerbare bronnen; en
- de verklaringen van eisers over de partij algemeen en summier zijn.
12. In verband met de tegenwerping aan eisers dat hun verklaringen niet in overeenstemming zijn met de inhoud van voornoemde brieven van de BNP, overweegt de rechtbank het volgende.
13. Eisers hebben verklaard dat zij van 2010 tot 2018 in Dhaka hebben gewoond en van 2018 tot aan hun vertrek uit Bangladesh in Kushtia. In de brieven, die zijn ondertekend op 13 juli 2016 en 18 maart 2017, staat echter vermeld dat eisers in Kushtia woonden.
Dit komt niet overeen met voornoemde verklaringen. Van eisers mag echter wel worden verwacht dat hun verklaringen over waar zij verbleven in juli 2016 en maart 2017 in overeenstemming zijn met de inhoud van de brieven. Daarnaast blijkt uit openbare landeninformatie over de BNP dat het hoofdkantoor van de partij in Dhaka onder andere de namen en adressen van hun leden bewaart, zodat dan ook verondersteld mag worden dat het juiste adres van eisers bij de BNP bekend is. Eisers hebben in dit verband aangevoerd dat de BNP het adres heeft geregistreerd dat op de identiteitskaarten van eisers staat vermeld en dat dat het geboorteadres van eiser in Kushtia betreft. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat het vreemd is dat de BNP niet de woonadressen, maar de geboorteadressen zou registreren en dat niet het geboorteadres van eiseres op haar identiteitskaart zou staan vermeld, maar dat van eiser nu zij met hem gehuwd is. Eisers hebben deze laatste verklaring ook niet nader onderbouwd aan de hand van stukken.
14. In verband met de tegenwerping aan eisers dat zij op meerdere punten verklaringen hebben afgelegd over basale informatie van de BNP die in strijd zijn met informatie uit objectieve en verifieerbare bronnen, overweegt de rechtbank als volgt.
15. Eiser heeft tijdens het nader gehoor verklaard dat je als sympathisant geen lid kunt worden van de partij zonder dat je eerst wat karweitjes en klusjes doet. Daarna en heel langzaam kun je lid worden en een lidmaatschap van de partij aanvragen. Ook eiseres heeft verklaard dat men eerst activiteiten moet verrichten voor de BNP voordat men wordt toegelaten als lid. Echter, uit informatie uit objectieve en verifieerbare bronnen blijkt dat iedereen vanaf achttien jaar lid kan worden van de BNP. Niet valt in te zien dat eisers niet in overeenstemming met informatie uit objectieve en verifieerbare bronnen kunnen verklaren over hoe men lid kan worden van de BNP. Nadat eiser met voormelde strijdigheid is geconfronteerd, heeft hij verklaard dat hij eerder bij de studentenpartij heeft meegedaan
en zich daarna in 2012 heeft aangesloten bij de hoofdpartij in Dhaka. In de correcties en aanvullingen op het aanvullend gehoor heeft eiser nog toegelicht dat hij van 2004 tot
2010 lid was van de studentenafdeling van de BNP, op 30 mei 2012 lid werd van de hoofdafdeling van de partij en op 13 juli 2016 lid werd van het comité van die hoofdafdeling. Deze toelichting is echter niet afdoende voor waarom de verklaring van eiser dat je eerst karweitjes en klusjes moet verrichten voordat je lid kunt worden, niet overeenkomt met de informatie uit objectieve en verifieerbare bronnen dat iedereen vanaf 18 jaar lid kan worden van de BNP. Eiser heeft in dit verband aangevoerd dat hij het tijdens de gehoren niet had over het algemene lidmaatschap maar over het lidmaatschap van het comité van de hoofdafdeling en dat verweerder geen goed onderscheid heeft gemaakt tussen het actief zijn voor de studentenpartij, de hoofdafdeling en het comité van de hoofdafdeling. Hij heeft vervolgens verwezen naar een rapport van het Home Office of Home Department van het Verenigd Koninkrijk, waaruit blijkt dat je het lidmaatschap moet verdienen en om lid te kunnen worden van een comité je je eerst moet bewijzen. Naar het oordeel van de rechtbank had het op de weg van eiser gelegen om het één en ander meteen uit eigen beweging tijdens het nader gehoor naar voren te brengen en niet pas later. Van iemand die lid stelt te zijn geweest van achtereenvolgens de studentenafdeling, de hoofdafdeling en het comité van de hoofdafdeling mag dit wel worden verwacht. Nadat eiseres met voormelde strijdigheid is geconfronteerd, heeft zij verklaard dat zij hierover geen precieze informatie heeft. Het voorgaande doet dan ook afbreuk aan de geloofwaardigheid van het gestelde lidmaatschap van de BNP.
16. Daarnaast hebben eisers verklaard dat zij geen lidmaatschapsgeld hoefden te betalen en nooit een vrijwillige bijdrage hebben gedaan. Uit objectieve en verifieerbare bronnen (Home Office, Bangladesh: Country Policy and Information Note Bangladesh: Political parties and affiliation, 24 september 2020, blz 30) blijkt echter dat er 10 Bengalese taka moet worden betaald per jaar. Niet valt in te zien dat eisers niet op de hoogte zijn van het betalen van enige contributie, temeer nu zij hebben verklaard dat zij actief lid waren. Nadat eiser met voornoemde strijdigheid is geconfronteerd, heeft hij nogmaals verklaard dat hij niet hoefde te betalen en dat hij lid is geworden omdat hij houdt van zijn land en de mensen en dat het voor iedereen gratis is. Dat de verklaring van eisers dat zij niet voor hun lidmaatschap hoefden te betalen in strijd is met informatie uit objectieve en verifieerbare bronnen doet eveneens afbreuk aan de geloofwaardigheid van het gestelde lidmaatschap van de BNP. Eisers hebben hun verklaring ter zitting, dat de informatie waarnaar verweerder heeft verwezen van vrij recente datum is en dat de omstandigheid dat op die datum een bedrag van 10 Bengalese taka aan lidmaatschapsgeld betaald moest worden nog niet wil zeggen dat dat ook het geval was toen eisers lid waren, zodat niet gezegd kan worden dat zij tegenstrijdig hebben verklaard, niet aan de hand van stukken onderbouwd.
17. Eisers hebben ook strijdig met informatie uit objectieve en verifieerbare bronnen verklaard over het aantal zetels dat de BNP heeft behaald tijdens de nationale verkiezingen in december 2018. Zo hebben zij verklaard dat de BNP 28 zetels in het nationale parlement heeft behaald, terwijl uit openbare bronnen blijkt dat de BNP slechts 6 zetels heeft gewonnen (Home Office, Bangladesh: Country Policy and Information Note Bangladesh: Political parties and affiliation, 24 september 2020, blz 40). De verklaring van eiser hiervoor na confrontatie is dat de partij 28 zetels heeft gekregen maar dat het corrupte comité alle andere zetels ongeldig heeft verklaard. Nu eiser zijn verklaring niet aan de hand van stukken heeft onderbouwd, kan hij niet worden gevolgd in zijn verklaring dat de partij 28 zetels heeft gekregen. Niet valt in te zien dat eisers als actieve leden niet in overeenstemming met informatie uit objectieve en verifieerbare bronnen kunnen verklaren over de uitslag van de verkiezingen in 2018 zoals die bekend is gemaakt.
18. In verband met de tegenwerping aan eisers dat hun verklaringen over de partij algemeen en summier zijn, overweegt de rechtbank het volgende.
19. Eiser heeft verklaard dat vooral het nationalistische gevoel hem aanspreekt in de partij en doelstellingen zoals geloof in democratie, samenleving voor iedereen en gelijk recht en religie en dat de partij opkomt voor secularisme en socialisme. Eiseres heeft enkel verklaard dat de doelstelling van de partij nationalisme is. Later heeft zij aanvullend verklaard over vrijheid van mensen en religie, het onderwijs willen bevorderen
en een democratische overheid. Deze doelstellingen wijken, in tegenstelling tot wat eiser heeft verklaard, echter niet af van doelstellingen van andere partijen in Bangladesh (Home Office, Bangladesh: Country Policy and Information Note Bangladesh: Political parties and affiliation, 24 september 2020, blz 16 en 17). Dat eisers enkel doelstellingen hebben genoemd die meerdere partijen in Bangladesh als doelstelling hebben, waaronder de huidige regeringspartij AL, doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van het gestelde lidmaatschap van de BNP. Van eisers mag worden verwacht dat zij uitgebreider kunnen verklaren over de specifieke doelstellingen van de BNP. Temeer omdat eiser ook heeft verklaard dat hij als actief lid onder meer als taak had om doelstellingen aan mensen uit te leggen en eiseres heeft verklaard dat zij als actief lid onder meer als taak had mensen te mobiliseren om lid te worden en mensen toe te spreken tijdens demonstraties. Eiseres heeft daarbij ook nog verklaard dat zij al vanaf 15 augustus 2013 de partijideologie ging uitvoeren. Daarnaast mag van eisers verwacht worden dat zij kunnen verklaren over de doelstellingen van de partij, omdat het uitoefenen van activiteiten voor de partij volgens eiseres niet zonder gevaar is.
20. Daarnaast is het bevreemdend dat eiser als actief lid niet weet waar de cirkel in de vlag van de BNP voor staat. Hij heeft enkel gehoord dat de cirkel staat voor een beweging van de Bengaalse taal. Hij heeft tijdens de gehoren niet met naam en toenaam kunnen verklaren van wie hij dit heeft gehoord. Hij heeft eerst in de gronden van beroep twee namen gegeven. Van eiser mag worden verwacht dat hij deze naam al eerder tijdens de gehoren zou hebben genoemd. Ook mag van eiser worden verwacht dat hij zich heeft verdiept in de BNP en dat hij er op de hoogte van is waar het teken voor staat. Uit openbare informatie blijkt namelijk dat het logo van de BNP het symbool van de bevrijdingsoorlog en het nationale mausoleum bevat.
21. Voorts is het bevreemdend dat eiseres, die, zoals hiervoor al is overwogen, heeft gesteld dat zij met de partij is opgegroeid, dat haar ouders ook lid zijn en dat zij zelf activiteiten heeft verricht voor deze partij zoals het verzamelen, motiveren en inspireren van vrouwen om lid te worden, niet op het lied van de partij en zelfs niet op de naam van het lied kan komen.
22. Dat eisers over bepaalde zaken met betrekking tot de BNP wel correct hebben verklaard, neemt niet weg dat zij over de voorgaande zaken slechts algemeen en summier hebben verklaard.
23. Verder heeft eiser vaag en wisselend verklaard over de keuze van zijn ouders en zijn keuze voor de BNP. Enerzijds heeft hij verklaard dat hij niet geïnteresseerd was in andere partijen, omdat hij van jongs af aan al actief was voor BNP en dat dat ook voor zijn familie geldt, en anderzijds dat zijn ouders alleen sympathisant waren van de BNP en geen lid. Eisers moeder zou nooit de kans hebben had en eisers vader had werk, maar zij wilden misschien ook wel geen lid wilden worden van de partij. Na confrontatie met deze verklaringen heeft eiser verklaard dat hij daar niet met zijn ouders over heeft gesproken. Voornoemde verklaringen van eiser zijn bevreemdend.
24. Eiseres heeft daarnaast niet de namen kunnen noemen van de politieke partijen waarmee de BNP samenwerkt. Met verweerder ziet de rechtbank niet in dat eiseres als actief lid deze namen niet kan noemen.
25. Gelet op het hierboven besprokene hebben eisers niet aannemelijk gemaakt dat zij lid zijn (geweest) van de BNP. De door hen in dit verband overgelegde documenten kunnen, nu daarvan de echtheid niet kan worden vastgesteld, er niet toe leiden dat hen op dit punt het voordeel van de twijfel moet worden gegeven.
26. Nu eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij lid is van de BNP, heeft verweerder eiser bijgevolg niet ten onrechte tegengeworpen dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij problemen heeft ondervonden omdat hij als journalist werkzaam was voor de oppositiekrant. Over de echtheid van de bij de gronden van beroep overgelegde aanstellingsbrief van de krant van 20 mei 2010 kan Bureau Documenten volgens de verklaring van onderzoek van 2 juli 2021 geen uitspraak doen. Daarbij komen de in het document opgesomde werkzaamheden die eiser zou moeten verrichten niet overeen met zijn eigen verklaring, dat hij enkel artikelen heeft gecorrigeerd volgens de instructies van de redacteur en zelf geen artikelen heeft geschreven in de krant. Daarnaast is het vreemd te achten dat eiser problemen zou hebben ondervonden vanwege het enkel corrigeren van artikelen die hij niet zelf heeft geschreven.
Fundamentele politieke overtuiging van eisers
27. De rechtbank overweegt in dit verband allereerst dat de door de gemachtigde van eisers ter zitting geüploade gronden van beroep over dit element te laat in de procedure zijn gebracht. Gelet op de datum van de bestreden besluiten valt niet in te zien dat dit niet eerder heeft kunnen gebeuren. De gemachtigde van eisers heeft ter zitting weliswaar verklaard dat zij de betreffende gronden ook al op 21 september 2021 digitaal heeft ingediend, maar ter zitting is vastgesteld dat zowel in het digitale dossier van de rechtbank als in het digitale dossier van verweerder de betreffende gronden niet zijn aangetroffen. Nu de rechtbank en verweerder eerst ter zitting kennis hebben kunnen nemen van die gronden, laat de rechtbank ze om redenen van goede procesorde buiten de beoordeling van het beroep.
28. De rechtbank is voorts van oordeel dat verweerder het evenmin ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht dat bij eisers sprake is van een fundamentele politieke overtuiging. Hierbij heeft verweerder op goede gronden betrokken dat, zoals hiervoor reeds is geoordeeld, het ongeloofwaardig is dat eisers lid zijn van de BNP. Verder hebben eisers echter ook niet aannemelijk gemaakt dat hun politieke overtuiging een welbewuste en overwogen keuze is geweest.
29. Voor wat betreft eiser blijkt dit uit zijn verklaring hij zich niet in de standpunten van andere oppositiepartijen heeft verdiept en de omstandigheid dat hij, zoals hiervoor reeds is overwogen, vaag en wisselend heeft verklaard over de keuze van zijn ouders en zijn keuze voor de BNP. Tijdens het nader gehoor zijn verschillende vragen aan eiser gesteld om zijn motivatie en keuze voor de BNP te onderbouwen. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat de antwoorden van eiser hierop, te weten dat hij een persoonlijke interesse had en toen een kans kreeg om lid te worden en dat hij de partij leuk vond, voor de gewone mensen wat wilde betekenen en de mensen rechten wilde geven, algemeen en summier waren. Hier komt bij dat eiser desgevraagd summier heeft verklaard over wat het met hem deed dat hij meer verantwoordelijkheden kreeg bij de BNP. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat eiser, met zijn antwoord dat hij voelde dat hij in een soort discipline zijn leven moest leiden en respect moest hebben voor de regels en het land, op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt waarom dit voor hem persoonlijk zo belangrijk was en hoe dit voor hem voelde.
30. Uit de verklaringen van eiseres is gebleken dat zij is opgegroeid met de BNP en dat haar hele familie lid is van de BNP. Ook in haar geval is niet gebleken dat zij onderzoek heeft verricht naar andere politieke partijen. Verder heeft eiseres verklaard dat zij andere partijen niet belangrijk vond en heeft zij niet kunnen verklaren over andere grote oppositiepartijen. Zoals hiervoor reeds is vastgesteld, heeft eiseres voorts summier en algemeen verklaard over de doelstellingen van de BNP. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat eiseres ook summier heeft verklaard over wat het verrichten van politieke activiteiten voor haar betekent. Zij heeft immers enkel verklaard dat het verrichten van die activiteiten veel voor haar betekent, met name voor haar mentale tevredenheid, maar zij heeft geen voorbeelden gegeven waaruit zou blijken dat zij mentaal meer tevreden is geworden sinds zij die activiteiten verricht. Op de vraag of er iets is veranderd in haar dagelijks leven sinds zij lid is geworden van de BNP heeft eiseres enkel verklaard dat zij activiteiten is gaan verrichten voor de partij, maar niet dat zij mentaal meer tevreden is geworden. Zij heeft juist het tegenovergestelde verklaard, namelijk dat zij telkens lastig is gevallen door de leden van de regeringspartij en ook geestelijk en lichamelijk door hen is gemarteld. Dat eiseres heeft verklaard dat zij er verdrietig van wordt dat zij nu (in Nederland) niet meer kan deelnemen aan de activiteiten voor de BNP maar dat haar eigen veiligheid belangrijker is, geeft ook geen blijk van een fundamentele politieke overtuiging. Om deze aan te kunnen nemen, heeft verweerder niet ten onrechte gesteld dat verwacht mag worden dat eiseres meer kan verklaren over haar gevoelens als gevolg van het niet meer verrichten van politieke activiteiten dan dat het haar verdrietig maakt. De rechtbank is op grond van het voorgaande dan ook van oordeel dat verweerder niet ten onrechte het standpunt heeft ingenomen dat de politieke voorkeur van eiseres niet is gebaseerd op een welbewuste en overwogen keuze.
Problemen met de autoriteiten en de leden van de politieke partij AL
31. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte de gestelde problemen van eisers met de autoriteiten en de leden van de politieke partij AL, namelijk de aanval van eiser op 22 juli 2018, de aanval van eisers door leden van AL op 25 december 2018, het oppakken en martelen van eisers door de politie op 27 juli 2019, ongeloofwaardig heeft geacht en dit standpunt mede heeft gebaseerd op de omstandigheid, zoals hiervoor reeds is geoordeeld, dat het lidmaatschap van eisers van de BNP en de werkzaamheden van eiser voor de oppositiekrant ongeloofwaardig zijn te achten.
32. Aan de geloofwaardigheid van de gestelde problemen doet, naar het oordeel van de rechtbank, verder het volgende af.
33. Eisers hebben verklaard dat tijdens de aanval in hun woning hun identiteitskaarten zijn gestolen. Vervolgens heeft eiser enerzijds verklaard dat Abdul Hanif, een parlementslid, er persoonlijk voor zou hebben gezorgd dat eiser geen nieuwe identiteitskaart heeft kunnen aanvragen en anderzijds dat hij na het incident wel een geldig paspoort heeft kunnen aanvragen. Volgens eiser komen hier (op het kantoor waar het paspoort aangevraagd moest worden) meer bezoekers en heeft Abdul Hanif niet kunnen raden dat eiser het land zou verlaten. Nadat eiser met zijn verklaringen is geconfronteerd, heeft hij verklaard dat Abdul Hanif het misschien te druk had met zijn werkzaamheden in het parlement en misschien niet besefte dat eiser een paspoort ging aanvragen. De rechtbank onderschrijft het standpunt van verweerder dat deze verklaring van eiser haaks staat op de verklaring van eiser dat hij problemen heeft met de autoriteiten en de leden van de AL. Eiser heeft zijn latere verklaring voor het wel hebben kunnen aanvragen van een paspoort en het niet hebben kunnen aanvragen van een identiteitskaart, namelijk dat je voor het aanvragen van een identiteitskaart een reden moet opgeven en voor een paspoort niet, niet onderbouwd met informatie uit objectief verifieerbare bronnen. De latere verklaring van eiser dat hij een paspoort online kon aanvragen en kon afhalen in Dhaka, komt voorts niet overeen met zijn eerdere verklaringen dat hij bij het paspoortenbureau is geholpen door agenten en niet met de gegevens op zijn paspoort. Hieruit blijkt namelijk dat eiser het paspoort heeft gekregen in Kushtia.
34. Ter onderbouwing van de problemen met de autoriteiten hebben eisers verder weliswaar twee originele arrestatiebevelen van 18 maart 2020 en 2 april 2020 en kopieën van judgement orders van 23 december 2020 en 24 februari 2021 overgelegd, maar aan de documenten komt niet de waarde toe die eisers eraan gehecht wensen te zien. Zo blijkt uit de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van 11 december 2020 kan geen uitsluitsel worden gegeven over de echtheid van de arrestatiebevelen. Verder is het bevreemdingwekkend dat in de arrestatiebevelen wel staat vermeld welke strafbare feiten zouden zijn gepleegd, maar niet wanneer die strafbare feiten zouden zijn gepleegd. Niet valt in te zien dat dit op originele arrestatiebevelen niet staat vermeld. De rechtbank is dan ook met verweerder van oordeel dat het voorgaande reeds afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van de inhoud van de arrestatiebevelen. Het is aan eisers om hun stelling dat het normaal is dat in Bangladesh dat geen pleegdatum op een arrestatiebevel staat, aannemelijk te maken. Eisers zijn hierin niet geslaagd nu zij hun stelling niet met stukken hebben onderbouwd. Voorts is de rechtbank met verweerder van oordeel dat niet valt in te zien dat de autoriteiten van Bangladesh deze arrestatiebevelen nog zouden opstellen nu niet is gebleken dat eisers nog politieke activiteiten hebben verricht na het gestelde incident op 27 juli 2019. Volgens eiser waren immers de voorwaarden voor zijn vrijlating dat hij de BNP moest verlaten en geen demonstraties meer tegen de regering zou voeren. Over de judgement orders overweegt de rechtbank dat de gemachtigde van eisers desgevraagd heeft verklaard dat er geen originele judgement orders voorhanden zijn, enkel kopieën. Dit brengt met zich dat de betreffende documenten ook niet op echtheid kunnen worden onderzocht. Verder kan ook ten aanzien van deze documenten gezegd worden dat het vreemd is dat ze nog zijn opgesteld, nu niet is gebleken dat eisers nog politieke activiteiten hebben verricht na het gestelde incident op 27 juli 2019. De wijze waarop eisers naar eigen zeggen in het bezit van de documenten zijn gekomen, namelijk via via, is daarnaast ook vreemd te achten.
35. De rechtbank is voorts van oordeel dat verweerder niet ten onrechte het standpunt heeft ingenomen dat eisers tegenstrijdig hebben verklaard over de problemen die de ouders van eiser in Bangladesh zouden hebben vanwege het vertrek van hun familieleden. Zo heeft eiser verklaard dat het huis van zijn ouders door leden van andere partijen werd bekogeld met stenen. Eiseres heeft echter verklaard dat haar schoonouders geen persoonlijke problemen hebben ondervonden, maar dat haar schoonvader wel lastig is gevallen en dat soms zijn boodschappen worden weggegooid. Niet valt in te zien dat eisers niet consistent hierover zouden kunnen verklaren. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder eisers niet ten onrechte tegengeworpen dat ook deze tegenstrijdige verklaringen afbreuk doen aan de gestelde problemen met de autoriteiten en de leden van de AL.
36. Verweerder heeft eisers evenmin ten onrechte tegengeworpen dat zij vanaf het gestelde incident in juli 2019 tot maart 2020 zonder problemen in Bangladesh hebben kunnen verblijven. Eiser heeft een paspoort kunnen aanvragen en een studievisum voor Nederland kunnen regelen. Hij heeft op 6 januari 2020 zonder problemen het land kunnen verlaten en vervolgens op 17 februari weer terug kunnen keren, omdat hij eiseres moest helpen met een afspraak op de ambassade. Eiser heeft weliswaar gesteld dat hij alles in het geheim deed en dat niemand wist dat hij hun vertrek aan het regelen was, maar met verweerder is de rechtbank van oordeel dat eiser niet kan worden gevolgd in deze verklaringen. Het is bevreemdend te achten dat eiser, die stelt te vrezen voor de autoriteiten van zijn land van herkomst, het risico neemt om er weer naar terug te reizen en niet valt in te zien dat eiser, die heeft verklaard dat hij persoonlijk is gecontroleerd tijdens zijn inreis naar en uitreizen van Bangladesh, dit in het geheim zou hebben kunnen doen.
37. Dat eisers tijdens hun uitreis op 11 maart 2020 problemen zouden hebben ervaren, heeft verweerder eveneens niet hoeven volgen. De rechtbank onderschrijft het standpunt van verweerder dat niet valt in te zien dat eiser, die heeft gesteld dat hij problemen heeft ondervonden vanwege zijn lidmaatschap van de BNP, bij zijn uitreis zou hebben verklaard dat hij werkzaam is voor een krant die wordt gezien als oppositiekrant. Nadat eiser met deze bevreemdende verklaring is geconfronteerd heeft hij verklaard dat hij dit gewoon heeft verteld toen zij hem daar naar vroegen. Niet valt in te zien dat eiser tijdens zijn tweede uitreis niet hetzelfde zou hebben kunnen verklaren als tijdens zijn eerste uitreis, namelijk dat hij een student was en met zijn studievisum reisde. Dat eiser tot twee keer toe legaal en zonder problemen Bangladesh heeft kunnen uitreizen doet afbreuk aan de geloofwaardigheid van de gestelde problemen van eisers met de autoriteiten en de leden van AL.
38. De omstandigheid dat eiser littekens op zijn been heeft, maakt nog niet aannemelijk dat deze zijn veroorzaakt door de door eiser gestelde aanval met een machete. De littekens kunnen immers ook een andere oorzaak hebben.
39. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat voorts afbreuk aan de gestelde problemen met de autoriteiten en de leden van de AL doet dat eiseres tegenstrijdig heeft verklaard over bij wie eisers hebben verbleven na het incident van 27 juli 2019. Aanvankelijk heeft eiseres verklaard dat zij bij kennissen en vrienden verbleven en vervolgens dat zij bij familieleden en een vriend van eiser verbleven. De rechtbank onderstreept verder het standpunt van verweerder dat het bevreemding wekt dat eisers na het incident bij familieleden zouden hebben verbleven en geen problemen meer zouden hebben ondervonden met de autoriteiten.
Verblijfsvergunning broer van eiser
40. Tot slot hebben eisers aangevoerd dat ook de broer van eiser politiek actief en lid van de BNP is geweest. Hij heeft voor een deel problemen gehad met dezelfde mensen als met wie eisers problemen hebben. Ook de broer van eiser is valselijk beschuldigd en wordt vervolgd. Hij heeft dezelfde documenten als eisers overgelegd. De broer van eiser en zijn echtgenote hebben vervolgens wel een verblijfsvergunning asiel voor Nederland gekregen en eisers niet. Het bevreemdt eisers dat het asielrelaas van de broer van eiser wel wordt geloofd door verweerder en hun asielrelaas niet. De rechtbank overweegt dat verweerders gemachtigde ter zitting uiteen heeft gezet dat de zaak van de broer van eiser op zijn eigen merites is beoordeeld en dat verweerder hem vervolgens het voordeel van de twijfel heeft gegeven. Ook over de door de broer van eiser overgelegde documenten konden weliswaar geen uitspraken worden gedaan over de echtheid, maar in tegenstelling tot de verklaringen van eisers waren de verklaringen van de broer van eiser wel overtuigend en bevatten zijn verklaringen geen tegenstrijdigheden met informatie uit objectieve en verifieerbare bronnen. Verder had de broer een andere en hogere functie bij de BNP en heeft hij bijvoorbeeld foto’s van partijactiviteiten overgelegd waarop hij zelf staat. Voor zover eisers een beroep op het gelijkheidsbeginsel hebben gedaan, slaagt dit beroep gelet op hetgeen hiervoor is overwogen niet. Dat de broer van eiser advocaat was en volgens eisers daarom gewend was om zichzelf goed te verwoorden, maakt nog niet dat eiser daartoe niet in staat zou zijn geweest. Ook eiser heeft gestudeerd en niet gezegd kan worden dat de vragen die aan eiser zijn gesteld te moeilijk waren of dat hij onvoldoende in de gelegenheid is gesteld zijn asielrelaas naar voren te brengen.
41. De rechtbank is tot slot van oordeel dat verweerder de asielaanvragen van eisers heeft kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond. Zoals onder rechtsoverweging 14 tot en met 17 is overwogen, hebben eisers immers op meerdere punten kennelijk inconsequente en tegenstrijdige verklaringen afgelegd die strijdig zijn met voldoende geverifieerde informatie over hun land van herkomst. Hierdoor wordt aan hun verklaringen alle overtuigingskracht ontnomen met betrekking tot de vraag of zij in aanmerking komen voor verlening van een asielvergunning.
42. Ten aanzien van de beroepsgrond van eisers dat hen ten onrechte een vertrektermijn is onthouden, overweegt de rechtbank dat verweerder eisers in de bestreden besluiten overeenkomstig het bepaalde in artikel 62, eerste lid, van de Vw 2000 een vertrektermijn van vier weken heeft gegeven.
43. Eisers hebben ook aangevoerd dat het instellen van beroep ten onrechte geen opschortende werking met zich heeft gebracht. De rechtbank overweegt dat in artikel 82, eerste lid, van de Vw 2000, voor zover hier van belang, is bepaald dat de werking van het besluit omtrent een verblijfsvergunning wordt opgeschort totdat op het beroep is beslist. In artikel 82, tweede lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000 is bepaald dat het eerste lid niet van toepassing is indien de aanvraag is afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b van de Vw 2000, met uitzondering van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder h, van de Vw 2000. Nu de aanvraag van eisers is afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder g, van de Vw 2000 heeft het instellen van beroep door eisers terecht geen opschortende werking met zich gebracht.
44. Gelet op het voorgaande heeft verweerder eisers op goede gronden niet in aanmerking doen komen voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw 2000. Niet gezegd kan worden dat de bestreden besluiten in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur tot stand zijn gekomen.
45. De beroepen zijn ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.