ECLI:NL:RBDHA:2021:17323
Rechtbank Den Haag
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Verstekvonnis in een civiele procedure over contractuele rente en oneerlijke bedingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 mei 2021 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Netpoint Factoring B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit B.V., had een vordering ingesteld op basis van een dagvaarding van 28 april 2021. De gedaagde partij heeft niet gereageerd op de dagvaarding, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat deze niet onrechtmatig of ongegrond is. De eisende partij vorderde een contractuele rente van 1% per maand vanaf de verzuimdatum, maar de kantonrechter heeft ambtshalve moeten beoordelen of deze rente als oneerlijk kan worden beschouwd. Op basis van de rechtspraak van het Hof van Justitie en de Hoge Raad is vastgesteld dat een contractuele rente die hoger is dan de wettelijke handelsrente in beginsel als oneerlijk wordt beschouwd.
Aangezien de eisende partij geen toelichting heeft gegeven waarom de gevorderde rente niet onredelijk bezwarend zou zijn, heeft de kantonrechter geconcludeerd dat er sprake is van een onevenredig hoge schadevergoeding. Dit leidde tot de vernietiging van het beding in de algemene voorwaarden met betrekking tot de contractuele rente. De kantonrechter heeft de primair gevorderde contractuele rente afgewezen, maar de subsidiaire vordering tot betaling van de wettelijke rente is toegewezen.
In de beslissing is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 430,92, vermeerderd met wettelijke rente, en is de gedaagde partij in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.