Uitspraak
1.Inleiding
2.De procedure in raadkamer
5oktober 2021 in raadkamer behandeld en heeft kennis genomen van het dossier met bovengenoemd lurisnummer.
Rechtbank Den Haag
Op 19 oktober 2021 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een klaagster, bijgestaan door haar advocaat mr. R. Malewicz, een beklag heeft ingediend tegen de inbeslagname van een geldbedrag van 14.100 euro. Dit bedrag was in beslag genomen op verzoek van de Franse autoriteiten in het kader van een Europees Onderzoeksbevel (EOB) dat was uitgevaardigd in verband met een strafrechtelijk onderzoek. De klaagster verzocht om teruggave van het geld, maar de rechtbank oordeelde dat het beklag ongegrond was. De rechtbank stelde vast dat de inbeslagname rechtmatig was en dat er geen weigeringsgronden waren voor het voortduren van het beslag. De rechtbank benadrukte dat de Franse autoriteiten niet hadden afgezien van het beslag, wat duidt op een voortdurend belang van strafvordering. De rechtbank merkte op dat de wettelijke termijn voor het nemen van een beslissing was overschreden, maar dat dit geen gevolgen had voor de beoordeling van het beklag. De beslissing werd genomen door mr. E.C. Kole, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. D.G. Lammerts van Bueren.