Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 februari 2021 in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Een vreemdeling heeft rechtmatig verblijf op grond van artikel 8 onder e, Vw als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
23 december 2019, aangevoerd dat hij een verzoek bij de gemeente Den Haag tot aanpassing van zijn gegevens in de BRP heeft ingediend. Ter zitting heeft eiser aangegeven dat het verzoek bij de gemeente – dat sinds december 2019 loopt – nog steeds niet is afgerond. Een redelijke verklaring voor de lange duur is niet gegeven. Ook heeft eiser ter zitting aangevoerd dat zijn paspoort inmiddels door Bureau Documenten echt zou zijn bevonden. Een echtheidsverklaring is niet overgelegd. Met deze niet nader onderbouwde stellingen heeft eiser zijn identiteit en nationaliteit nog steeds niet duidelijk gemaakt. Het is aan eiser om aan te tonen dat hij aan voorwaarde a van paragraaf B10/2.2 van de Vc voldoet. Nu eiser daarin niet is geslaagd heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen aanleiding hoeven te zien om nader onderzoek te doen.
Beslissing
mr. F.E.J. Valk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 februari 2021.