ECLI:NL:RBDHA:2021:2149
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zedenzaken met onvoldoende bewijs en steunbewijs
Op 9 maart 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige. De zaak kwam ter terechtzitting na meerdere regiezittingen en een inhoudelijke behandeling. De officier van justitie, mr. F.A. Kuipers, eiste een gevangenisstraf van 27 maanden, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. T. Geerdink, pleitte voor vrijspraak. De rechtbank oordeelde dat zedenzaken vaak slechts twee betrokkenen hebben: de verdachte en het slachtoffer. Dit maakt het bewijs moeilijk, omdat de verklaring van het slachtoffer vaak de enige is. De rechtbank benadrukte dat de verklaring van één getuige niet voldoende is voor een veroordeling, tenzij er steunbewijs is van een andere bron. In deze zaak ontbrak dat steunbewijs. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van het slachtoffer niet voldoende werden ondersteund door andere getuigen of bewijs, zoals WhatsApp-berichten die niet bevestigden dat er een seksuele relatie was. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. Daarnaast werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor de verdediging van de verdachte tot nu toe nihil waren.