In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van intellectuele eigendom, heeft de rechtbank Den Haag op 10 maart 2021 uitspraak gedaan in een incident tot schorsing van een procedure. De eiseres, MB Trading, Outdoor & Travel B.V., heeft verzet aangetekend tegen de schorsing van het geding, dat was ingesteld door de eenmanszaak van de oorspronkelijke eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eenmanszaak op 25 september 2020 is ingebracht in de BV, en dat alle activa en passiva, inclusief relevante merken en vorderingen, zijn overgedragen aan MB Trading O&T. De rechtbank oordeelt dat de schorsing van het geding op basis van artikel 225 Rv terecht is aangevraagd, en dat de procedure in de hoofdzaak is geschorst vanaf de datum van de akte houdende schorsing op 23 december 2020. De rechtbank verwerpt het verzet van De Ridder B.V. tegen de schorsing en houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis. De zaak is verwezen naar de parkeerrol van 6 oktober 2021.